Tag Archief van: aansprakelijkheid

Het belang van total loss auto’s managen is nog nooit zo cruciaal geweest

Er is een reële bezorgdheid dat ontoereikende schadebeoordeling – dat wil zeggen, een proces dat sterk afhankelijk is van expertise experts en calculators, zeer weinig tijd om te verwerken en beperkt bewijs – ervoor zorgt dat steeds meer reparabele auto’s toch voor biedingen door experts op total loss platforms worden gezet.

Beoordeling schade kost geld
Het probleem is dat beoordeling van de schade aan het voertuig geld kost. Om een schade goed te kunnen beoordelen zullen onderdelen verwijderd moeten worden, reparatieproces documenten (OEM) beoordeeld moeten worden en dan moet men nog uitzoeken of de “collectieve onderdelen” de reparatie over de economische barrière zullen duwen. Tijd is letterlijk geld!

Zodra een voertuig op een biedingenplatform staat, zijn de opkopers contractueel gebonden om te bieden en de beste prijs te geven. Dit zodat de verzekeraars financieel voordeel hebben en ze zelf minder schade uit hoeven te keren aan de benadeelde met schade aan zijn voertuig.

Veilig voertuig ook na schade?!
Maar de werkelijkheid is dat er geen controle is over wie deze total loss voertuigen koopt van de “geselecteerde” opkopers en waar deze total loss voertuigen uiteindelijk terecht komen. Veelal om alsnog buiten het zicht van ons te worden “opgelapt”.

Een schadeherstelbedrijf zou dat kunnen doen. Maar ja, de hoge biedingen van geselecteerde opkopers voor deze vaak middenklaase tot duurdere segment voertuigen met “voor het oog een mooie schade” laten weinig tot geen ruimte voor de reparatiekosten van de schadeherstelbedrijven die staan voor borging kwaliteit en veiligheid en volgens de OEM reparatievoorschriften repareren. Het gevolg is dat zo’n voertuig total loss wordt verklaard en voor altijd als een economische afschrijving is gemarkeerd.

“Furieur” herstel
Als dit soort voertuigen alsnog verkocht worden aan opkopers en deze opkopers verhandelen deze TL-voertuigen weer door, dan verdwijnen ze uit het zicht en worden ze “voor het oog”, op een vaak niet correcte manier hersteld. De handelaren die de voertuigen dan weer kopen brengen ze vaak naar schadebedrijven die voor “de handel” werken of ze gaan de grens over om vervolgens weer ergens anders niet goed hersteld op de weg te verschijnen. De auto wordt daarna, waar dan ook,  verkocht en wordt uiteindelijk weer vaak bij een verzekeraar volledig casco, dan wel WA-extra verzekerd.

Beoordeling door vakmensen
Vandaar dat het belangrijk is dat mogelijk total loss voertuigen goed beoordeeld worden door de vakmensen van het schadeherstelbedrijf. Dit kan alleen door te demonteren in overleg met de expert en klant, zodat zichtbaar wordt wat de daadwerkelijke schade is en hoever de impact van de schade heeft plaatsgevonden.
Er wordt dan zichtbaar dat voertuigen met schade, ook al lijken ze op het oog een “mooie schade”,  gewoon technisch total loss zijn en een sloopverklaring behoren te krijgen. Helaas wijst de praktijk nog steeds anders uit. Dat een verzekeraar hier moeite mee heeft omdat het risico dat is verzekerd op cascodekking of vanuit de W.A.M. financieel veel hoger uit kan komen.
Deze kosten voor het de- en monteren, uitlezen en/of meten zijn trouwens een onderdeel van de schade en moeten dan ook door het schadeherstelbedrijf doorbelast worden en geaccordeerd worden door de expert, vandaan in overleg met elkaar!

Ondertussen blijven de autofabrikanten innoveren.

Voorbeeld met betrekking tot TESLA
Hieronder zie je bijvoorbeeld de achterste module van een Tesla Model Y, in dit geval uit de “structural battery pack’’ versie. Echter, dit warmte behandelde aluminium spuitgietwerk met grote zone, of zoals Tesla graag vele nullen aan alles toevoegt, ‘’megacasting’’, integreert veel andere afzonderlijke persingen / gietstukken in één onderdeel.

In de productie is er een fijne balans tussen investeringen in gereedschap en de kosten van het maken van het onderdeel. Voor Tesla zorgde dit voor een aanzienlijke kostenbesparing, zoals je zult vinden op elke Model Y die wordt verkocht.

De kleuren die worden getoond zijn om een idee te geven welke gebieden na een botsing kunnen worden gerepareerd:

Blauwe zones:
Indien afgebroken, kunnen terug aan het hoofdgietstuk worden gelast.

Groene zones:
Lasscheuren tot 50 mm zijn toegestaan, en als het meer dan dat is, is overleg met Tesla vereist.

Gele zones:
Lasscheuren tot 30 mm, of tot 50 mm met door Tesla gespecificeerde verstevigingsplaten, is mogelijk.

Oranje zones:
Lassen van scheuren tot 30 mm met door Tesla gespecificeerde verstevigingsplaten is mogelijk.

Rode gebieden:
Indien beschadigd, vervang dan de hele module.

Voor alle repareerbare gebieden:
Het gebruik van warmte om iets recht te trekken is ten strengste verboden!

Tesla is de eerste autofabrikant die in een groot structureel gietstuk classificeert welke gebieden gerepareerd kunnen worden. Deze informatie wordt gepubliceerd op de website van Tesla Collision Repair. Verder wordt in de documenten duidelijk gemaakt dat als er enige twijfel is, dat je dan contact moet opnemen met het (ondersteuning) team TESLA voor schadeherstel en reparatie van Tesla.

TESLA – het probleem
Dit deel van het voertuig is gespoten en is bedekt met de aandrijflijn achter/ subframe / ophanging, interieurbekleding, meerdere harnassen en de oplaadpoort / oplader en de wielkastbekleding. Het onderdeel moet worden beschouwd in de context van deze belangrijke gidsillustraties en instructies, maar het zal tijd kosten om voldoende onderdelen te verwijderen zodat het gietstuk kan worden onthuld.

En tijd kost geld maar is echt noodzakelijk.

De achterste module wordt steeds gebruikelijker, omdat het gebied zelden wordt beschadigd en als het beschadigd is, wordt het voertuig meestal afgeschreven. Het is dus een zone met een laag risico om zo’n groot geïntegreerd functioneel onderdeel toe te passen. Natuurlijk liet Tesla het daar niet bij.

Tesla Model Y ‘structurele batterij’ carrosserie met de front-end module in rood gemarkeerd

Het ‘structurele batterijpakket’ Model Y heeft geen hoofdvloerpaneel dat aan de carrosserie is bevestigd. In plaats daarvan zijn de voorstoelen en de middenconsole gemonteerd, samen met het belangrijkste interieurtapijt aan de bovenzijde van de tractiebatterij, die vervolgens in de body als een subassemblage is gemonteerd. Deze versie van Model Y kreeg de belangrijkste structurele zone warmte behandelde voorkant ‘megacasting’.

De integratie omvat de firewall aan de voorkant, de voorste chassispoten, de voorste veerpoottorens en het grootste deel van de bovenste langsdragers aan de voorkant. Net als bij de achterste module bevindt zich een opofferende verbrijzelingszone in een ‘beker’ tussen elke module en de respectieve bumperbalk. De kleurcodering voor de schema’s heeft dezelfde betekenis als voor de achterste module. Opnieuw moet Tesla worden gefeliciteerd met het publiceren van de handleidingen – een proces dat ze hebben herhaald voor Model X II, Model S II en Cybertruck.

Porsche: voorbeeld met betrekking tot Porsche

Porsche gebruikt een soortgelijk idee van grote voor- en achter modules op model 911, “type 991” en de modellen Boxster/Cayman “type 981”.
Dit concept is nog steeds in productie met 911 ’type 992′ en 718 ’type 982′, maar voor Porsche werd elke module gemaakt van een aantal geperste, gegoten en geëxtraheerde componenten – maar als de schade ernstig is, kan de hele module worden verwijderd.

Dus, waarom de nervositeit over de ‘megacasting’-module aan de voorkant?

Dit deel is nogal begraven. We kunnen zien of er schade optreedt aan de onderkant van de “firewall”, een deel van de chassispoot en het bovenste deel van de veerpoottoren – het hele gietstuk moet in dat geval worden vervangen. Eerlijk genoeg! Overigens had de veerpoottoren op voertuigen die tot februari 2024 werden geproduceerd een verstevigingsplaat, dus het was niet mogelijk om de “rode” zone te zien door alleen in de wielkast te kijken.

HET PROBLEEM

De fabrikant heeft een ontwerp gemaakt dat kan worden gerepareerd op voertuigen die niet altijd bepaald goedkoop zijn. De fabrikant heeft reparatieprocessen en richtlijnen gegeven en aangeboden om indien nodig te helpen. Behalve ons ’s ochtends wakker maken met een kopje koffie, hoeveel meer kan en moet er nog worden gedaan?

Autofabrikanten passen zich aan en innoveren naarmate hun commerciële omgeving verandert. Houdt het proces voor voertuigschade en -claims gelijke tred bij?! Zo nee, wat moet er dan gebeuren?

Aangezien de economische vooruitzichten voor de komende jaren moeilijk blijven en schadeherstellers meer reparaties moeten uitvoeren, moet de manier waarop schade wordt beoordeeld misschien verschuiven van een “rubberstempeloefening” naar een zinvoller, zorgvuldiger en productiever proces?! Het doel zou zijn om meer cashflow te behouden in Nederland, en bij voorkeur zowel bij de verzekeraars als bij de reparateurs.

Wees gerust:
Grote gietstukken komen de komende tien jaar op de massamarkt en we moeten ons allemaal voorbereiden. Dus niet alleen schadeherstellers, calculatoren, maar ook de experts, NU!

Voor vragen hieromtrent mag je altijd contact opnemen via mailadres: irene@schadeherstelbranche.nl

foto’s/techniek : Andrew Marsh (engineer) schadeherstelbranche

AUTOSCHADE CALCULEREN TOPSPORT!

Deel 1: CALCULATIEKOSTEN
De calculatiekosten bestaan uit meerdere factoren als tijd/arbeid en de kosten van gebruik van het systeem per nieuw aangemaakt dossier. Dit zijn dus variabele kosten welke op het moment je een nieuwe calculatie aanmaakt/start moet betalen en vormen dan ook net als de benodigde tijd om een schade correct op te schrijven een onderdeel van de schade.
Geen schade is identiek, dus factor tijd/arbeid verschilt per autoschade.

Dit staat trouwens los van de abonnementskosten voor het gebruik van het calculatiesysteem dat je gebruikt als schadeherstelbedrijf. Abonnementskosten zijn vaste kosten en dienen in het uurtarief van het schadeherstelbedrijf verwerkt te zijn.

EXPERTS IN SPAGAAT
Experts hebben al enige tijd moeite met (eind)calculaties. Ze krijgen steeds meer zaken in de schadecalculatie van de schadeherstellers. Omdat experts deze zaken waaronder calculatiekosten klaarblijkelijk niet “verkocht” krijgen aan de opdrachtgevers van de expertisedienst,  reageert de ene expert hier relaxed onder en zegt: “ik begrijp je, je hebt gelijk, kan blijven staan”, terwijl de andere in de emotie schiet en zegt: “haal dat er alsjeblieft uit en schrijf maar een uurtje of zo meer op het herstel” of de ander zegt “doe die reparatietijd omhoog en dat eruit want ik moet rapporteren” en  dan heb je er ook nog die zeggen, “niemand doet dat zo, dus waarom doe jij het zo?”. 

OMGEKEERDE WERELD
Op 21 december 2022 heeft er bij de Rechtbank te Den Haag een uitspraak over het vergoeden van taxatiekosten/begrotingskosten plaatsgevonden.

Wat betekent deze uitspraak voor schadeherstelbranche, experts en schadebehandelaars?
Het draait hier om de zin onderaan in de schadecalculatie:
“incl. begrotingskosten 12 AE”.
Hier wordt wederom bevestigd dat de kosten van het opmaken van de schadecalculatie niet in de schadecalculatie zijn gespecificeerd. De rechter geeft aan dat het duidelijker zou zijn als de kosten voor het maken van de schadecalculatie wel in de schadecalculatie worden uitgesplist. Feitelijk betekent dit dat van deze mogelijkheid in het calculatiesysteem gebruikt gemaakt kan worden.
Als gevolg daarvan ontstaan er veel discussies over de vraag of de taxatiekosten in de schadecalculatie begrepen zijn.

Schadecalculatie inrichten in de lijn met de werkelijke situatie
Als men de schadecalculatie zou inrichten in lijn met de werkelijke situatie, dan zouden de kosten van het aanmaken van een schadecalculatie, de VIN-bevraging (kosten die het schadeherstelbedrijf achteraf betaalt aan de leverancier van het calculatiesysteem) en de tijd/arbeid moeten worden gespecificeerd in de schadecalculatie en vormen zij ook een onderdeel van de schade.

Het advies is dan ook in plaats van begrotingskosten de benaming calculatiekosten te gebruiken omdat deze benaming minder tot verwarring bij experts kan leiden.

Een correcte uitsplitsing is dus mogelijk in het calculatiesysteem om een onduidelijke schadecalculatie te voorkomen.

Cruciaal is dus, dat de door het schadeherstelbedrijf vernoemde calculatiekosten bestaan uit meerdere factoren als tijd/arbeid en de kosten van gebruik van het systeem per aangemaakt dossier en VIN-bevragingen. Dit zijn dus variabele kosten welke op het moment je een calculatie start moet betalen en vormen dan ook net als de benodigde tijd om een schade goed op te schrijven, een onderdeel van deze schade. De arbeid verschilt trouwens per schadevoertuig, daar geen schade(auto) identiek is.

Het zijn kosten die je maakt per calculatie en deze kosten vormen een onderdeel van de schade en zullen dus ook betaald moeten worden. Dit staat los van de abonnementskosten (vaste kosten) welke in het uurtarief van een schadeherstelbedrijf verwerkt zijn.

Daarom is het belangrijk om zoals uit de uitspraak ook blijkt deze separaat in Audatex (Solera) met “code 1000 benaming calculatiekosten” te bereken in elke schadecalculatie, zodat het transparant is voor iedereen en dit niet tot nog meer onnodige discussies gaat leiden.

Je zou toch verwachten dat iedereen hier blij mee zal zijn en dit zal omarmen?!

Hoe calculatiekosten verwerken in rapport
Audatex:
In Audatex altijd eerst de begrotingskosten code 90 – 12 AE verwijderen uit je schadecalculatie en checken dat het nergens meer onderaan de pagina’s van je schadecalculatie vermeld staat, voordat je deze verzendt of mailt naar de expert.

SilverDAT:
Bij het calculatiesysteem SilverDAT kun je per dossier verwijderen, waarbij je scherp moet zijn daar bij opening dossier dit weer elke keer terug staat in je calculatietekst; Tenzij je deze permanent laat verwijderen door de helpdeskmedewerker van SilverDAT! Ik adviseer je dit laatste dan ook te doen.

Handmatig calculeren:
Gebruik je helemaal geen calculatiesysteem maar calculeer je handmatig, dan kun je bij overige kosten gewoon calculatiekosten opvoeren zoals in dit artikel vermeld.

Nu kun je per dossier in de gebruikte calculatiemethode de besteedde tijd (AE’s) invoeren en de kosten voor dit dossier en VIN-bevraging opvoeren (€). Deze laatste zijn de kosten welke achteraf per maand aan de hand van het aantal aangemaakte schadecalculaties van die periode aan het schadeherstelbedrijf worden gefactureerd en kunnen dus als er handmatig gecalculeerd wordt, niet meegenomen worden daar deze laatste kosten dan niet gemaakt worden/zijn.

Borging – het is goed of niet goed
Experts zijn de ogen voor de opdrachtgevers in het veld. Het is belangrijk dat de kosten die een schadehersteller moet maken om uiteindelijk tot een correcte schadevaststelling en reparatie te komen, waarin borging kwaliteit, veiligheid en correcte schadeloosstelling, het allerbelangrijkste onderdeel zijn van de schadevaststelling en het schadeherstel en dus ook zo meegenomen moeten worden in de afwikkeling van de schade door elke schadehersteller, expert, maar ook door de opdrachtgevers, zoals verzekeraar en leasemaatschappijen. Borging mag niet in gesneden worden en dient altijd goed te zijn. Het is goed of niet goed, een middenweg is er niet; dus vakmensen vergeet dit niet! Laat iemand anders je niet anders doen laten geloven.

Bovendien de Gedragscode schade expertiseorganisatie, spec. 3. Basisregels Gedragscode schade-expertiseorganisaties, waarin de volgende belangrijkste kernwaarden zijn verwerkt: Betrouwbaarheid, Professionaliteit, Kennis en Kunde, Helderheid, Communicatie en Efficiency, Integriteit en Objectiviteit, en dient een expertisebureau en diens expert zich hier ook aan te houden.

PRAKTIJK
Het is dan ook bijzonder dat er in de praktijk door experts, al dan niet in opdracht van hun organisatie of “broodheer”, voorbij wordt gegaan aan deze uitspraak en dat men zonder enige- of geen goede uitleg, soms zelfs weigerend, de eindcalculatie van de schadehersteller voor akkoord door te zetten naar de opdrachtgever.
Maar er zijn ook experts die eigenhandig SilverDAT calculaties (moeten) omzetten; En/of ingebrachte uitvoeringen worden door de expert gewijzigd om af te kunnen rapporteren en soms wordt het schadeherstelbedrijf daarvan niet eens op de hoogte gesteld. Met als gevolg dat in dit soort niet incidentele gevallen de uitkering aan de klant te kort wordt uitgekeerd en de klant niet correct schadeloos wordt gesteld. Dit staat lijnrecht tegenover de gedragscodes Schade expertiseorganisatie.

Soms blijven expertiserapporten hierdoor ongewild liggen en worden deze schades financieel niet, dan wel veel te laat afgewikkeld. Dit resulteert dan weer in geen, dan wel dat er veel te laat en/of een niet correcte schade-uitkeringen plaatsvindt en de autobezitter met schade dus niet correct schadeloos wordt gesteld. Dit is een onwenselijke situatie voor alle partijen waarbij communicatie cruciaal is!

MASSA IS KASSA RIJMT NIET MET VAKMANSCHAP
Schadeherstel is vakmanschap en geen schade is identiek, dus stop met het vakmanschap verloochen. Ga ook als expert staan voor je vak, vakmanschap en de borging van kwaliteit, veiligheid en correcte schadeloossteling. Dit wordt van je verwacht! Dus laat je niet onder druk zetten of “manipuleren”.

Alles moet goedkoper in een wereld die alleen maar duurder wordt

Ik vraag me af of we niet al jaren kunnen stellen dat de grootste expertisediensten in hetzelfde schuitje als de schadeherstelbedrijven in de sturing zitten.

Stop hiermee en blijf trouw aan je vakmanschap.
Uiteindelijk ben je allemaal verantwoordelijk voor,

Borging van kwaliteit en veiligheid en een correcte schadeloosstelling!  

 

Voor een gezonde discussie of vragen hieromtrent mag je altijd contact met mij opnemen.

 

 

Schadebegroting, laat jij als schadehersteller ook geld liggen?!

Als afsluiter van het jaar 2022 wil ik nog wat belangrijke informatie met vakmensen werkzaam in de schadeherstelbranche delen.
Want wellicht laat je als schadehersteller geld liggen, terwijl je hier (mogelijk) recht op hebt. Elke schadehersteller kan hiermee zelf onderzoeken, waar ze zichzelf tekortdoen.
Dit betekent handelingen die je daadwerkelijk uitgevoerd hebt per dossier, maar welke bijvoorbeeld niet automatisch doorberekend worden in het door jullie gebruikte calculatiesysteem.
Per dossier bekijk je of deze zaken een onderdeel van het herstelproces zijn geweest. Zo ja, dan dien je deze ook daadwerkelijk handmatig of met bepaalde codes op te voeren in je calculatie. Krijg je hier discussies over, vraag dan of ze dit per mail aan je willen bevestigen en stuur deze dan door naar: irene@schadeherstelbranche.nl.

In elke calculatie die wordt opgesteld door het schadeherstelbedrijf staat onderaan bij de eindcalculatie:

“INCL. BEGROTINGSKOSTEN REPARATEURS; AANTAL AE  12.00 -“. 

Om te zien waar het staat, klik dan op de foto boven dit artikel als voorbeeld. Maar waar kan je die 12 AE van je uurtarief als zijnde de begrotingskosten daadwerkelijk in de door jullie opgestelde calculaties als uitkomst vinden? Nergens dus!

Solera verklaart dat met tekstzonecode 90 een bedrag voor begrotingskosten reparateur kan worden opgegeven. En verwijst vervolgens naar de nieuwe Gedragsregels voor Expertise, punt 8., opgesteld door de BOVAG, FOCWA, NIVRE en NVVA, waarin het volgende staat vermeld:

“Bij opdracht tot expertise en het daaropvolgende besluit tot het niet repareren van de schade aan het voertuig, worden de werkelijke kosten die gemaakt zijn ter vaststelling van het schadeherstelbedrag met een minimum van 12 arbeidseenheden in rekening gebracht aan de eigenaar van het voertuig.
Deze kosten zijn bij schaderegeling op basis van reparatie inbegrepen in het schadebedrag en kunnen maar éénmaal in rekening worden gebracht.”

Doordat de begrotingskosten reparateur zijn opgenomen in het schadebedrag staan ze dus volgens Solera niet apart vermeld, maar met een regel onderaan de eindcalculatie.
Nieuw zijn deze Gedragsregels voor Expertise trouwens niet; De laatste versie is van 17 mei 2005.

Maar klopt dit wel?!
Laten we daarvoor teruggaan naar de basis van autoschade en waardeherstel.

Basisproces – onderzoek van een beschadigd voertuig:

  1. De buitenkant moet vóór de inspectie van een voertuig worden gewassen en gereinigd;
  2. De inspectie moet alle gebreken omvatten, van de primaire impactschade, de secundaire impactschade maar ook de impactschade van eerdere gelegenheden en normaal weggebruik;
  3. De inspectie bij het voertuig duurt in de meeste gevallen max. 30 minuten;
  4. Dit wordt meegenomen in het calculatieproces en beperkt de aansprakelijkheid van zowel het schadeherstelbedrijf als ook de verzekeringsmaatschappij.

Eindproces – na de reparatie van het beschadigd voertuig:

  1. De buitenkant moet vóór de inspectie worden gewassen en gereinigd;
  2. De inspectie dient alle gebreken te onderzoeken om de juiste kwaliteit te waarborgen;
  3. De inspectie duurt in de meeste gevallen max. 30 minuten.

Neem jij vanaf basis- tot eindproces deze uitgevoerde handelingen met AE’s of vast bedrag mee in de schadecalculatie?

  • Wassen voertuig om schade te kunnen inspecteren;
  • Tijd inspecteren schadevoertuig;
  • Kosten gebruik van calculatiesysteem (lees: niet je abonnement, maar kosten per calculatie);
  • Tijd opstellen reparatieplan en eventueel communicatie diverse systemen als Dispatch, eXperate etc.;
  • Eventueel de- en monteren om schade goed vast te kunnen stellen bij alleen expertise;
  • Tijd bestellen onderdelen voor aanvang herstel en controleren van onderdelen bij binnenkomst;
  • Transportkosten onderdelen (code 60 Audatex);
  • Transportkosten carrosserie of cabine (code 61 Audatex);
  • OEM reparatievoorschriften voor de reparatie opvragen;
  • Tijd benodigd voor verpakkingsmateriaal onderdelen af te kunnen voeren;
  • Daadwerkelijke tijd benodigd door vakmensen alvorens te starten met reparatie zich eerst moeten inlezen OEM reparatievoorschriften.

Deze handelingen worden niet automatisch gegenereerd in de calculatiesystemen.
Het zijn immers variabele kosten, welke niet in je uurtarief verwerkt kunnen zijn.

Werkzaamheden in de voorbewerkingstijd verwerkt zijn (Solera):

  • Voertuig en voertuigdelen verplaatsing;
  • Gereedschap, hulpmiddelen voorbereiden, reinigen en opruimen;
  • Materialen voorbereiden en opruimen;
  • Kleur mengen (standaard);
  • Kleurstaal/stalen maken;
  • Oppervlakte controle;
  • Spuitcabine klaarmaken en opruimen;
  • Beschermkleding aan- en uittrekken;
  • Uitdamptijden;
  • Voertuigdeel (-delen) afdekken;
  • Finish uitvoeren, omdat:
    • spuitnevel verwijderen;
    • schuurstof verwijderen
    • afplaksporen en afplaklijnen bij sponningen en (fels)randen verwijderen;
    • kleine lakzakkers m.b.v. schuren/polijsten verwijderen.

De volgende uitgevoerde handelingen dien je dus zelf in de schadecalculatie op te nemen:

  • Voertuig wassen;
  • Voertuig interieur reinigen;
  • Voertuig voorbereidingswerkzaamheden  en/of polijsten van aangrenzende delen.

Maar denk ook eens aan de volgende zaken die je wellicht laat liggen:

  • Opslag voor gebruik van duurdere kleuren in kleurrecept – laat je kleurmaker/autospuiter uitprinten of foto toevoegen wat het bedrag paint daadwerkelijk is voor de aangemaakte verf voor dit specifieke schadedossier(voertuigschade). Deze is vaak zichtbaar op de digitale weegschaal;
  • Zelfdrogende lakproducten, welke nu aangeboden worden in verband met hoge energiekosten, zijn gemiddeld 30 % duurder. Hoe heb je dit verwerkt in je calculatie?
  • Energietoeslag – schadeherstelbedrijven die te maken hebben met deze (extreem) hogere energiekosten, heeft recht om energietoeslag per schadedossier, ook als je geen schadeherstelpartner bent van een verzekeraar.

Regionale kennisbijeenkomsten Schadeherstelbranche.nl 2023:
Dit is een klein stukje van specifieke kennis die gedeeld wordt met leden van de schadeherstelbranche.nl. Wil je ook deelnemen aan één van de regionale kennisbijeenkomsten welke 3 x per jaar worden gehouden? Neem dan contact op via whatsapp: 06-52762087.

In januari 2023 op dinsdagavond vanaf 18.30 uur in de regio Rotterdam.
In februari 2023 zal de eerste regionale kennisbijeenkomst plaatsvinden in de regio Drenthe.
In maart 2023 zal de eerste regionale kennisbijeenkomst plaatsvinden in de regio Midden in Dreumel.
En bij genoeg animo kan een kennissessie ook georganiseerd worden in regio Zuid/België.

Bijgaand tref je de Audatex Codekaart 03112020 Solera aan.

*** Wens alle vakmensen werkzaam in de schadeherstelbranche, verzekeraars, schadebehandelaars, experts, medewerkers brancheorganisaties en alle anderen werkzaam in onze mooie branche een heel gezellig uiteinde en een sprankelend, succesvol, winstgevend 2023 toe in goede gezondheid! ***

Daadkracht en doen

Schadeherstelbranche gaat gestaag verder
Iedereen heeft wat te melden, te bepalen, en iedereen weet op z’n eigen manier dat het zo niet verder kan, maar houdt vast aan het oude vertrouwde. Desondanks rest er slechts een gelatenheid voor ondernemers, uitvoerenden met een werkvloer in eigendom, om gewoon door te gaan met de orde van de dag.

Ondernemers willen wel maar durven vaak niet anders 
Partijen zitten aan het roer om vanaf de zijlijn te bepalen hoe het moet. Hier worden flinke kosten voor in rekening gebracht. Data-kosten, platforms, erkenningen, opleidingen, audits, duurzame trajecten, ketenkosten, en ga zo maar door.

Welke kosten dragen bij aan het daadwerkelijke schadeherstelproces
Maar welke van deze kosten voegen werkelijk wat toe aan het daadwerkelijke herstelproces?
Welke zijn te benoemen als overheadkosten?
Welke overhead kun je missen als kiespijn in je herstelproces op de werkvloer?

Wat heb je aan omzet als je geen verdienmodel gegund wordt
Als ondernemer moet het niet alleen gegund worden als samenwerkende partners, maar je draagt als ondernemer zelf ook verantwoordelijk voor een gezond verdienmodel. Voor de ondernemer moet het verdienmodel en wat eronder aan de streep bij elke schadedossier overblijft het focuspunt zijn. Dit bepaalt tenslotte je uiteindelijke bestaansrecht.

Ondernemersrendement schadeketens
Schadeketens zijn slechts geïnteresseerd in omzet en volume. Dat zijn hun fee-inkomsten, welke de kantoorkosten en salarissen dienen te dekken en de ketenwinst dienen te genereren met een percentage van de omzet en een vast maandbedrag.
Ondernemersrendement en ROI is voor de ketenbestuurders, coöperatie of BV niet belangrijk en geen issue. Gemiddelden en een lage schadelast wel, anders wordt er geen “gestuurd” volume meer gegund aan de betreffende keten.
Maar met een paar net iets te verkeerde schades is het ondernemersrendement van de lopende boekmaand weer weg. Schadelast en schadelastgarantie zijn een synoniem voor prijsafspraken.

Angst voor verandering en omzetverlies regeert dus nog steeds.

Behaalde omzetten geen garantie voor toekomst
Behaalde omzetten zijn in een volgende tenderperiode mogelijk ook weer weg.
Er is dus geen stabiel vooruitzicht mogelijk om een middellange termijn te plannen, laat staan een pensioen voor ondernemers of een gezond eigen vermogen in het lokale schadeherstelbedrijf op te bouwen.

De gehele schadeherstelbranche genereert bij voorbaat al een aftrek in kredietbeoordeling bij partijen als Graydon, Creditsafe of Handel zeker, dus ook bij banken en financiers.

Merkerkenning geen garantie voor correct schadeherstel
Merkerkenning is blijkbaar nodig om correct werk te leveren? Onzin!
Het ging allereerst om het gevecht klant. Van wie is de klant. De merkdealer of het schadeherstelbedrijf.
En daarbij is het een systeem geworden om de marges in het OEM-kanaal te verdelen, en de benodigde data af te schermen. Een merkerkend schadebedrijf, veelal in eigendom van een automobielholding, kan spelen met hun eigen korting op onderdelen om rendementen neer te leggen waar ze willen.
De schade BV is bij de meesten een stiefkindje met de laagste kredietbeoordeling binnen de holding, om de hoogste moedermaatschappij te kunnen voeden met een relatief hoge opbrengst op vaste activa, onder andere door interne lease- en huurconstructies. Het beleid is eerder gericht op anderen; het kapot maken door machten constructies omwille van volumes en importeursbonussen dan op goed rendement door goed herstel. Hierdoor krijg je binnen de schadeketen te maken met ongelijkheid in ondernemerschap, aangezien deze dealer gelieerde schadebedrijven meer marge hebben op de uiteindelijke inkoop onderdelen en daarboven de nog te ontvangen importeursbonussen, waardoor zij de prijsdruk/margedruk uiteindelijk wel zouden kunnen overleven.

Toverwoord brutowinst
Het toverwoord bij autoschade keten gelieerd zou brutowinst dienen te zijn.
Verkoop – inkoop onderdelen/materialen = brutowinst.
Wanneer de ketenkosten een afgeleide zouden worden van de brutowinst dan is het zo slecht nog niet gesteld met de schademarkt. Oftewel de marge op onderdelen dient niet een onderdeel te zijn van je rendement. Maar dat is het nu wel en aantoonbaar. Onderdeelprijzen zijn een speelbal aan het worden van het OEM-kanaal.

Wederzijds verdienmodel is gezonde marktsituatie
Wanneer ondernemers, met de benodigde werkvloer in beheer, goed begeleid door “hun” keten zouden kunnen sturen op initiële marge, dus per schade hun ROI correct gecalculeerd, dan zijn we weer een stap verder richting een gezonde marktsituatie. Dat noemen we een wederzijds verdienmodel, één van de kernwoorden bij een gezonde vorm van franchising.

Vanuit de dan ontstane nettowinst, als afgeleide van vraag en aanbod en kosten, kun je een percentage reserveren voor technologie, mens, equipment en kennis & kunde. Deze vinden we immers allen erg belangrijk. Goed herstel staat toch voorop?

Focus en daadkracht
Omwille van de volumes en de afhankelijkheid van deze volumes willen we blijkbaar niet veranderen. Geen verandering betekent dat de neergaande spiraal voortschrijdt en indexeren van kosten er niet bij is. Huidige prijsafspraken, lees uurtarieven, kortingen, gratis services en gemiddelde schadelast zorgen er nog steeds voor dat in de onderneming en op de werkvloer het ambachtelijk werken niet altijd meer leuk is. En wie is nu daadwerkelijk je klant?  Wie geeft de reparatieopdracht? Wie is verantwoordelijk voor goed herstel, garantie en eventuele aansprakelijkheid?
Gaan we weer met de juiste focus ondernemen met elkaar of blijven we in gelatenheid en berusten ons erin?

Brainstormdagen schadeherstelbranche – ben je er ook bij?
Net als afgelopen jaren zijn we zijn druk bezig met het organiseren van brainstormdagen.
Deze zullen dit keer niet alleen in Noordwijk plaatsvinden. Ook in Zwolle en in het zuiden van het land zal zo’n inspirerende dag georganiseerd worden.
Ben je een schadeherstelondernemer, expert, berger of financiële dienstverlener? Wil je ook een dag “out of the box” denken in (on)mogelijkheden met branchegenoten?
Stuur dan een berichtje naar info@schadeherstelbranche.nl met “interesse brainstorm dag” en vermeld je naam, bedrijfsnaam en telefoonnummer. We nemen dan contact met je op.

merkherkend vs merkerkend

2e Brainstormsessie Schadeherstel

Op 25 augustus heeft voor de tweede keer een brainstormsessie voor schadeherstel plaatsgevonden in Noordwijk. Tijdens deze sessie discussieert een kerngroep van partijen werkzaam of gelieerd aan de schadeherstelbranche over actuele zaken en pijnpunten.

HOE DRINGEN WE GEBRUIK GESTOLEN ONDERDELEN TERUG IN DE SCHADEHERSTELBRANCHE?
Deze vraag is niet simpel te beantwoorden en valt grofweg uiteen in twee verschillende onderwerpen:

1 – Ontbreken WOK-meldingen:
Van de jaarlijks 50.000 tot 60.000 WOK-waardige voertuigen krijgt slecht de 30% een WOK. Politie laat dit achterwege door andere prioriteitstellingen en/of onvoldoende kennis. Verzekeraars “vergeten” dit vanwege de daling van de verhandelwaarde en zijn gekleurd door het directe financiële belang. Door het ontbreken van een WOK-melding is er geen controle door de RDW na schadeherstel op de maten van de carrosserie (oorspronkelijke fabrieksgegevens), wieluitlijning en het mogelijk gebruik van gestolen onderdelen.

Oplossing:
Bergers zijn als 1e ter plaatse na een ongeval. Als bergers foto’s aan hun dossiers toevoegen die inzichtelijk zijn voor schadehersteller, expert en RDW, dan kan in gezamenlijkheid een evenwichtige afweging worden gemaakt of er wel een WOK op moet of niet. Leidraad moet altijd technisch zijn en niet financieel of schade versus dagwaarde.

2- Effecten schadesturing:
De onderlinge concurrentie tussen verzekeraars zet de relatie (lees tarieven) tussen verzekeraars en de schadeherstellers al jaren onder druk. Gevolg is dat verzekeraars en leasemaatschappijen afspraken maken met schadeketens over uurtarieven, kortingen, bonussen, schadelastgaranties en gratis services. Doe je niet mee? Dan krijg je geen werk meer. Gevolg de kwaliteitsnorm is veranderd van goed naar voldoende, magere voldoende tot zelfs slecht. Schadeherstellers die kwaliteit willen leveren en toch deelnemen aan schadesturing teren in op eigen vermogen of gaan zelfs failliet. Door margedruk en het gebruik van de “optimalisatieknop” in Audatex, wordt meer gerepareerd in plaats van vervangen. Om maar “uit het rood te blijven” worden gebruikte- of niet originele onderdelen gemonteerd of onderdelen met een duistere herkomst en als nieuwe geclaimd. Of er worden meer uren geclaimd ter compensatie van het veel te lage uurtarief.

Oplossing:
Rol verzekeraars moet zijn risicoafdekking en “de klant moet hersteld worden door de verzekeraar in zijn vermogenssituatie”. De eigenaar van het voertuig is je opdrachtgever. Schadeherstellers zijn de vakmensen voor het herstel en in het kader van de circulaire economie zou hergebruik van originele onderdelen (herleidbare herkomst) moeten worden gestimuleerd. Schadeherstellers dienen reparatiebeslissing te nemen op kennis gecombineerd met reparatieadviezen autofabrikant en niet op wat wel en niet betaald wordt. De Auto Schade Keuring (jijbepaalt.nl) gaat de klant de zekerheid geven dat zijn/haar voertuig goed en veilig hersteld is.

3 – BPM-korting import schadevoertuigen:
Elke schade op een geïmporteerd voertuig verlaagd de te betalen BPM (dagwaarde). Deze handel snijdt aan meerdere kanten: schadeauto’s kosten minder, BPM-korting drukt de prijs en het herstel met gestolen onderdelen geeft echt een “dikke kers op de taart” (Swalmen).

Oplossing:
BPM blijft een prikkel om te rommelen met de dagwaarde van een voertuig. Reden te meer voor de RDW om meer te weten te komen over de herkomst en het (schade)verleden van een voertuig in het buitenland. Nationaal moet de WOK-schadekeuring van RDW naar een hoger niveau. Afstemming noodzakelijk tussen RDW, Schadeherstelbranche, verzekeraars, autofabrikanten, etc.

Resumé: aanpak WOK-problematiek is geen wens, maar noodzaak!
Het achterwege blijven van WOK en de door de verzekeraars en leasemaatschappijen geïntroduceerde ‘gestuurde schadestroom’ leiden tot onveilige en slecht herstelde voertuigen, waarvan Swalmen (2016) een voorbeeld is.  Aanpak van deze problematiek is dus geen wens, maar een noodzaak. Brancheverenigingen moeten hierbij het voortouw nemen en zich niet alleen laten sturen door de financiële- maar ook door kwaliteits-, veiligheids- en morele aspecten.

Aanrijtijden bergers, een kwestie van leven/dood bij bepaalde ongevallen
Recentelijk heeft de plaatselijke politie Friesland nog haar bezorgdheid geuit over de gang van zaken in de bergingswereld, en dit kenbaar gemaakt bij de gemeente. Dit naar aanleiding van een recent ongeluk waarbij een auto te water is geraakt met 6 inzittenden. Langere aanrijtijden hebben ertoe geleid dat de berging later op gang is gekomen met alle gevolgen van dien.
Verzekeraars hebben de afgelopen jaren de bergingsgebieden centraal aanbesteed en verwachten van de bergingsbedrijven een collectie aanmelding. Hierdoor wordt gewerkt met te weinig bergers en is de aanrijtijd te lang. Identiek als in de schadesturing gaan volgens de aanwezigen de verzekeraars bepalen wie een auto mag bergen en tegen welke prijs.

AANSPRAKELIJKHEID EN KWALITEIT VAN SCHADEHERSTEL
Als laatste is gesproken over de kwaliteit, veiligheid en aansprakelijkheid van schadeherstel.  Na een schade moet een auto worden teruggebracht in de oorspronkelijke staat, maar door prijsdruk gebeurt dit vaak niet. Bij de volgende Brainstormsessie op vrijdag 24 november 2017, wordt onder andere gediscussieerd over de aansprakelijkstelling bij niet adequate reparatie. Hier zal ook de Auto Schade Keuring aan bod komen.