Daadkracht en doen

Schadeherstelbranche gaat gestaag verder
Iedereen heeft wat te melden, te bepalen, en iedereen weet op z’n eigen manier dat het zo niet verder kan, maar houdt vast aan het oude vertrouwde. Desondanks rest er slechts een gelatenheid voor ondernemers, uitvoerenden met een werkvloer in eigendom, om gewoon door te gaan met de orde van de dag.

Ondernemers willen wel maar durven vaak niet anders 
Partijen zitten aan het roer om vanaf de zijlijn te bepalen hoe het moet. Hier worden flinke kosten voor in rekening gebracht. Data-kosten, platforms, erkenningen, opleidingen, audits, duurzame trajecten, ketenkosten, en ga zo maar door.

Welke kosten dragen bij aan het daadwerkelijke schadeherstelproces
Maar welke van deze kosten voegen werkelijk wat toe aan het daadwerkelijke herstelproces?
Welke zijn te benoemen als overheadkosten?
Welke overhead kun je missen als kiespijn in je herstelproces op de werkvloer?

Wat heb je aan omzet als je geen verdienmodel gegund wordt
Als ondernemer moet het niet alleen gegund worden als samenwerkende partners, maar je draagt als ondernemer zelf ook verantwoordelijk voor een gezond verdienmodel. Voor de ondernemer moet het verdienmodel en wat eronder aan de streep bij elke schadedossier overblijft het focuspunt zijn. Dit bepaalt tenslotte je uiteindelijke bestaansrecht.

Ondernemersrendement schadeketens
Schadeketens zijn slechts geïnteresseerd in omzet en volume. Dat zijn hun fee-inkomsten, welke de kantoorkosten en salarissen dienen te dekken en de ketenwinst dienen te genereren met een percentage van de omzet en een vast maandbedrag.
Ondernemersrendement en ROI is voor de ketenbestuurders, coöperatie of BV niet belangrijk en geen issue. Gemiddelden en een lage schadelast wel, anders wordt er geen “gestuurd” volume meer gegund aan de betreffende keten.
Maar met een paar net iets te verkeerde schades is het ondernemersrendement van de lopende boekmaand weer weg. Schadelast en schadelastgarantie zijn een synoniem voor prijsafspraken.

Angst voor verandering en omzetverlies regeert dus nog steeds.

Behaalde omzetten geen garantie voor toekomst
Behaalde omzetten zijn in een volgende tenderperiode mogelijk ook weer weg.
Er is dus geen stabiel vooruitzicht mogelijk om een middellange termijn te plannen, laat staan een pensioen voor ondernemers of een gezond eigen vermogen in het lokale schadeherstelbedrijf op te bouwen.

De gehele schadeherstelbranche genereert bij voorbaat al een aftrek in kredietbeoordeling bij partijen als Graydon, Creditsafe of Handel zeker, dus ook bij banken en financiers.

Merkerkenning geen garantie voor correct schadeherstel
Merkerkenning is blijkbaar nodig om correct werk te leveren? Onzin!
Het ging allereerst om het gevecht klant. Van wie is de klant. De merkdealer of het schadeherstelbedrijf.
En daarbij is het een systeem geworden om de marges in het OEM-kanaal te verdelen, en de benodigde data af te schermen. Een merkerkend schadebedrijf, veelal in eigendom van een automobielholding, kan spelen met hun eigen korting op onderdelen om rendementen neer te leggen waar ze willen.
De schade BV is bij de meesten een stiefkindje met de laagste kredietbeoordeling binnen de holding, om de hoogste moedermaatschappij te kunnen voeden met een relatief hoge opbrengst op vaste activa, onder andere door interne lease- en huurconstructies. Het beleid is eerder gericht op anderen; het kapot maken door machten constructies omwille van volumes en importeursbonussen dan op goed rendement door goed herstel. Hierdoor krijg je binnen de schadeketen te maken met ongelijkheid in ondernemerschap, aangezien deze dealer gelieerde schadebedrijven meer marge hebben op de uiteindelijke inkoop onderdelen en daarboven de nog te ontvangen importeursbonussen, waardoor zij de prijsdruk/margedruk uiteindelijk wel zouden kunnen overleven.

Toverwoord brutowinst
Het toverwoord bij autoschade keten gelieerd zou brutowinst dienen te zijn.
Verkoop – inkoop onderdelen/materialen = brutowinst.
Wanneer de ketenkosten een afgeleide zouden worden van de brutowinst dan is het zo slecht nog niet gesteld met de schademarkt. Oftewel de marge op onderdelen dient niet een onderdeel te zijn van je rendement. Maar dat is het nu wel en aantoonbaar. Onderdeelprijzen zijn een speelbal aan het worden van het OEM-kanaal.

Wederzijds verdienmodel is gezonde marktsituatie
Wanneer ondernemers, met de benodigde werkvloer in beheer, goed begeleid door “hun” keten zouden kunnen sturen op initiële marge, dus per schade hun ROI correct gecalculeerd, dan zijn we weer een stap verder richting een gezonde marktsituatie. Dat noemen we een wederzijds verdienmodel, één van de kernwoorden bij een gezonde vorm van franchising.

Vanuit de dan ontstane nettowinst, als afgeleide van vraag en aanbod en kosten, kun je een percentage reserveren voor technologie, mens, equipment en kennis & kunde. Deze vinden we immers allen erg belangrijk. Goed herstel staat toch voorop?

Focus en daadkracht
Omwille van de volumes en de afhankelijkheid van deze volumes willen we blijkbaar niet veranderen. Geen verandering betekent dat de neergaande spiraal voortschrijdt en indexeren van kosten er niet bij is. Huidige prijsafspraken, lees uurtarieven, kortingen, gratis services en gemiddelde schadelast zorgen er nog steeds voor dat in de onderneming en op de werkvloer het ambachtelijk werken niet altijd meer leuk is. En wie is nu daadwerkelijk je klant?  Wie geeft de reparatieopdracht? Wie is verantwoordelijk voor goed herstel, garantie en eventuele aansprakelijkheid?
Gaan we weer met de juiste focus ondernemen met elkaar of blijven we in gelatenheid en berusten ons erin?

Brainstormdagen schadeherstelbranche – ben je er ook bij?
Net als afgelopen jaren zijn we zijn druk bezig met het organiseren van brainstormdagen.
Deze zullen dit keer niet alleen in Noordwijk plaatsvinden. Ook in Zwolle en in het zuiden van het land zal zo’n inspirerende dag georganiseerd worden.
Ben je een schadeherstelondernemer, expert, berger of financiële dienstverlener? Wil je ook een dag “out of the box” denken in (on)mogelijkheden met branchegenoten?
Stuur dan een berichtje naar info@schadeherstelbranche.nl met “interesse brainstorm dag” en vermeld je naam, bedrijfsnaam en telefoonnummer. We nemen dan contact met je op.

Contractbreuk Allianz?

Automotive en Autoschadeportaal berichten dat Allsecur verder gaat onder de naam Allianz Direct. Is het misschien mogelijk dat hier sprake is van contractbreuk richting aangesloten partijen zoals schadeherstellers en schadeketens? En dat hier ruimte ontstaat voor nieuwe onderhandelingen? Want de marges zijn niet dik!

Als dit inderdaad zo blijkt te zijn, dan ligt hier een geweldige kans voor ondernemers en schadeketens om betere, lees gezondere sturingscondities, af te spreken voor haar schadeherstelpartners met Allianz zodat er ook weer eens een verantwoord verdienmodel voor de schadeherstelpartners overblijft.

De verzekerde markt verandert. Allianz verandert blijkbaar ook, dus wellicht is het een goede kans om vanuit een gezonde kostprijsberekening de sturingscontracten met schadeherstelpartners te herzien.

Schadelastgaranties zijn “killing” voor de Schadeherstelbranche
Vanuit de optiek kwaliteit, veiligheid en ADAS kunnen schadelastgaranties eigenlijk niet meer worden afgegeven. De regie van de verdienmodellen zitten bij de verzekeraars, leasemaatschappijen en de schadeketens. De schadeketen roomt er immers ook nog een stukje vanaf. Het geld stroomt door een trechter met meerdere uitgangen, waarvan de rendements-uitgang voor de schadeherstellers vaak niet meer voldoende is om nog een “verdienmodelletje” te genereren voor goed en veilig schadeherstel.

Hierdoor genereer je schadeherstellers (vakmensen) op de werkvloer die hun vak niet meer naar behoren mogen en kunnen uitoefenen, en zelfs niet marktconform betaald kunnen worden voor hun steeds hogere werk- en denkniveau.  En dan verbaasd iedereen zich dat de echte vakmensen of voor zichzelf beginnen, en dus hun marktwaarde zelf gaan bepalen, of gewoon de branche verlaten? Zodat er nauwelijks nieuwe aanwas is voor het op zich mooie ambacht van schadehersteller? Een salaris conform kennis en kunde is voor de vakmensen op de werkvloer daardoor nauwelijks meer mogelijk. Hierdoor raakt het ambacht van schadehersteller ondergewaardeerd.  
Vervolgens wordt er al gekozen voor werknemers welke afkomstig zijn uit landen met een economisch lagere conjuctuur om de kostprijs nog verder naar beneden te krijgen. Zelfs hier is alweer een financiële trechter omheen gebouwd met meerdere uitgangen welke niet altijd gunstig zijn voor de uiteindelijk geleverde kwaliteit en het gewenste MVO-beleid op de werkvloer betreffende deze medewerkers.   

Schadeketens, verzekeraars en leasemaatschappijen dienen gewoon te stoppen met schadelastgaranties!

De vakmensen op de werkvloer dienen trots te kunnen zijn op het door hem of haar afgeleverde vakwerk. Het uitgangspunt van de schadeherstelbranche dient weer te gaan om correct herstel en maatschappelijk verantwoord ondernemen waarbij winst dient te worden gegenereerd om te kunnen blijven investeren in deze technologisch voortdurend veranderende markt.

Handel in geldstromen versus vakmanschap
Geld en zoveel mogelijk winst is uiteraard de belangrijkste drive voor financiële corporate dienstverleners, zoals verzekeraars en leasemaatschappijen, maar ook de schadeketens. Deze partijen handelen namelijk in geldstromen en niet in het benodigde vakmanschap. Dat is bijzaak geworden voor deze partijen. Door meer betrokken te zijn bij het ambacht van schadeherstellers en diens exploitatie kan er meer begrip ontstaan over de huidige situatie van de gehele schadeherstelbranche. Dat het zo niet langer door kan gaan lijkt mij voor iedereen duidelijk. Het generen van kwaliteit is immers een taak van de vakman op de werkvloer! Financiële corporate dienstverleners geven immers geen garantie op de geleverde kwaliteit schadeherstel.

Financiële corporate dienstverleners houden elkaar in stand?
Verzekeraars en leasemaatschappijen willen maar met één of enkele partijen zaken doen en beloven dan veel omzet op jaarbasis. Schadeketens hebben deze omzet nodig om bestaansrecht te hebben, immers zonder fors volume vallen de meeste franchiseorganisaties om. Dus zorgen deze partijen voor elkaar, hebben elkaar nodig en houden elkaar dus in stand. De ondernemers in de schadeherstelbranche moeten vervolgens “rommelen” en “snijden” in kwaliteit om nog een boterhammetje over te kunnen houden.

Schadelastgaranties leiden tot onveilig en incorrect herstel
Door de huidige schadelastgaranties dragen de schadeondernemers vaak zelf de kosten van bijvoorbeeld diagnose, ADAS en kalibreren. Anders dan bij cosmetisch- en reguliere schadeherstel leidt het snijden in de kosten van complex schadeherstel zoals ADAS onmiddellijk tot direct en aantoonbaar onveilig en incorrect herstel. In deze is het een taak van de branche om te zorgen dat elk voertuig dat complex herstel nodig heeft, volledig en aantoonbaar correct wordt afgeleverd. De veiligheid en wettelijke aansprakelijkheid ligt immers op de werkvloer. Dit is dan ook de enige plek waar de werkzaamheden veilig en gecontroleerd uitgevoerd kunnen worden.
En als er door willekeurig welke externe partijen getornd kan worden aan het benodigde gecontroleerde vakmanschap dan is het einde zoek!

Bij schadeketens hebben hun ondernemers franchisecontracten getekend met een machtiging om samenwerkingscontracten af te sluiten met verzekeraars en leasemaatschappijen. Maar de hoofdvraag is:

Ligt hier wel een integrale kostprijsberekening aan ten grondslag welke transparant wordt gemaakt in het belang van de franchiseondernemers?

Immers een franchiseketen dient te beschikken over een transparant en wederzijds aantoonbaar verdienmodel voor hun leden.



Kleine onbetaalde facturen straks voordeliger te incasseren

Het wordt voordeliger voor ondernemers om naar de rechter te stappen voor kleine onbetaalde facturen. De griffierechten bij de kantonrechter voor geldvorderingen van € 500,= tot € 5.000,= worden namelijk verlaagd.

Momenteel betalen ondernemers als rechtspersonen nog € 486,= aan griffierecht voor een vordering van net boven de € 500,=. Binnenkort is dit verleden tijd, want dat griffierecht wordt straks € 306,= of zelfs € 204,= als de ondernemer geen rechtspersoon is.

Tegenover de daling van de griffierechten voor lagere vorderingen staat echter een sterke stijging van 35% voor de griffierechten voor vorderingen van € 5.000,= of meer. Voor vorderingen tot € 500,= blijven de griffierechten ongewijzigd.

Dit blijkt uit het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken van minister Dekker voor Rechtsbescherming dat vanaf 29 juli 2019 in consultatie is gegaan.

Behalve verlaagd worden de griffierechten voor rechtspersonen en natuurlijke personen ook dichter bij elkaar gebracht in de lagere griffierechtcategorieën. Hierdoor krijgen natuurlijke personen, zoals particulieren, straks niet langer de rekening gepresenteerd voor de hogere griffierechten die zij als verliezende procespartij aan rechtspersonen moeten vergoeden in het kader van de proceskostenveroordeling in incassozaken.

Het wetsvoorstel introduceert nieuwe categorieën voor het griffierecht voor vorderingen van € 500,= tot € 12.500,=. Het nieuwe griffierechtenstelsel voor geldvorderingen ziet er als volgt uit:

Hoogte vordering Rechtspersonen Natuurlijke personen Sector rechtbank  
Van € 0 t/m € 500 € 121 € 81 kanton  
Van € 500,01 t/m € 1.500 € 306 € 204 kanton  
Van € 1.500,01 t/m € 2.500 € 347 € 231 kanton  
Van € 2.500,01 t/m € 5.000 € 460 € 231 kanton  
Van € 5.000,01 t/m € 12.500 € 655 € 311 kanton  
Van € 12.500,01 t/m € 25.000 € 1309 € 655 kanton  
Van € 25.000,01 t/m € 100.000 € 2.683 € 1.231 civiel  
Vanaf € 100.000,01 € 5.428 € 2.154 civiel  

De wijzigingen in het griffierecht gelden alleen in civiele zaken in eerste aanleg voor vorderingen met een financieel belang van meer dan € 500,=. De overige griffierechten wijzigen niet, zoals de griffierechten voor:

  • vorderingen van minder dan € 500,=
  • on- en minvermogenden
  • hoger beroep
  • cassatie
  • bestuursrecht

Voor een overzicht van alle wijzigingen zie Lager griffierecht voor lagere vorderingen

Bron: e-Legal incasso advocaten

ADAS, doen of gedoe?

Afgelopen weekend las ik enthousiast een vakblad dat vol stond met ADAS artikelen. Enthousiast over al deze goede berichten heb ik besloten dit artikel te schrijven.

Wat is ADAS
ADAS staat voor Advanced Driver Assistance Systems, oftewel geavanceerde berijder hulp systemen.
Niet te verwarren met een autopilot! ADAS is leverancier- en partij onafhankelijk.

Daardoor is dit een universeel traject voor iedereen, dus ook voor alle universele herstelbedrijven.
Zaken als as geometrie, uitlijnen, (ruit) schadeherstel, etc., etc. zijn nu eenmaal niet alleen aan OEM bedrijven voorbehouden.

Deze rijhulpsystemen zijn er om een bestuurder te assisteren bij een moment van onachtzaamheid in het verkeer, of om het rijcomfort te verhogen. Ongeacht of het nu om jezelf als bestuurder of je medeweggebruikers gaat.

Doel van ADAS
Doel van ADAS is het voorkomen van ongevallen en het bevorderen van de verkeersveiligheid door het assisteren van de bestuurder door middel van deze geavanceerde rijhulpsystemen.

ADAS en MVO
Door vak-bewustzijn dient een hersteller er rekening mee te houden dat de systemen correct werken en blijven werken. Het is een maatschappelijke verantwoording binnen je bedrijfsvoering bij het uitvoeren van je werkzaamheden.
Het herstellen van voertuigen met ADAS is dus een vorm van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). De bewustwording hiervan is al in 2016 beschreven in de “ ADAS Code of Practice” door Thatcham

ADAS en Bewustzijn
Weet waar je aan begint.
Kun je de werkzaamheden uitvoeren?
Eerst moet je je algemene proces onderbouwen.  
Heb je de kennis en kunde in huis om de ADAS kalibratie merk-type specifiek correct uit te voeren?
Anders moet je die kennis ergens vandaan halen. Dit betekent kijken of je de kennis en de juiste apparatuur voor het voertuig in huis hebt.
Dat betekent de taak plannen, eerst diagnose, dan het werk, dan weer diagnose of je je werk goed hebt gedaan, dan eventueel de benodigde kalibratie uitvoeren, en dit met je correcte prijsstelling aan de klant uitleggen en verkopen.

Voorbeeld problematiek:
Herstelbedrijven dienen volgens de kwaliteitsvoorwaarden van de schadeherstelbranche gecertificeerd te zijn. Een van de grootste inkooporganisaties voor schadeherstel heeft een lijst aan de brancheorganisaties gevraagd met welke leden correct herstel volgens de OE-norm kunnen leveren. Ondanks dat er al maanden geleden om deze lijst gevraagd is, is er nog steeds geen lijst verstrekt.
Wat is de branchenormering dan waard?

Correct logische vraag vanuit de markt
Als je binnen de brancheorganisaties een norm vastlegt, en elk lid van deze brancheorganisaties moet voldoen aan deze voorwaarden, dan moet je als brancheorganisatie aan de slag gaan en zorgen dat die lijst zo spoedig mogelijk boven water kan komen (=beleid)  en komt (=operationeel).

Correcte procesvoering voor ADAS voertuigen
Kennis, kunde en apparatuur bepalen de norm en het uiteindelijke succes!
Door deze correct te beoordelen en te controleren onder regie van brancheorganisaties had de vraag van deze inkooporganisatie van verzekeraars in 5 minuten beantwoord kunnen worden.
Zelfs merk-type specifiek, wanneer er uitgegaan wordt van Merk Herkenning, kennis en kunde van de herstellers.

Merk Herkenning
Merk Herkend betekent dat een hersteller vooraf, bij intake van de schade, los van commerciële trajecten moet kunnen bepalen dat het voertuig correct conform OE fabrikant norm kan worden hersteld.
Als Merk Herkend hersteller moet je alles hebben, dus ook toegang tot de juiste kalibratie data. Heb je bijvoorbeeld geen data of backup van data van Tesla, geeft dat dan ook aan.
Namens de verzekeraars komt er dan ook geen teleurgestelde Tesla berijder op je erf.

Wat is belangrijk bij zelf uitvoeren ADAS kalibraties of uitbesteden?
Gewoon het (logische) ADAS proces volgen. Deze wordt correct aantoonbaar altijd voorzien van een uitdraai uit de diagnoseapparatuur of een aantoonbaar rapport dat aangeeft dat de kalibratie geslaagd is. Aantoonbaar is ook door middel van dashboardfoto’s welke aangeven dat de kalibratie daadwerkelijk geslaagd is.
Een factuur alleen voldoet niet!
Een factuur kan immers iedereen schrijven. Een factuur gaat om het schuiven van geld, niet over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Veiligheid niet aantoonbaar na herstel
Dat kan mogelijk resulteren in een claim omdat de veiligheid niet kan worden gewaarborgd. Als je het ADAS kalibratie rapport niet kan of niet wilt ophoesten, dan kan de verzekerde of verzekeraar dit rapport opeisen.  
Als het rapport niet boven water komt kan er zelfs een claim van waardevermindering bij je neergelegd worden, of erger, dat je het voertuig maar terug moet nemen.
Een conclusie dat veiligheid niet gewaarborgd is, is de messteek voor je onderneming en leidt tot een schade die niet snel vergeten wordt!

Wanneer je niet correct vastlegt, moet niet alleen de ADAS kalibratie opnieuw uitgevoerd en gecontroleerd worden, maar dient ook het uitgevoerde schadeherstel geheel gecontroleerd worden. Het algemene vertrouwen is immers weg.
Dus bezint eer gij begint en zorg dat je processen op orde zijn.

 “Een goede hersteller zonder Merk Erkenning mag niet, en diegene die Merk Erkenning heeft die kan het vaak (nog) niet ”

Keuzestress in schadeland?

Schadeherstel draait om vakmanschap
De schadeherstelbranche weet dat vakmanschap vooral staat voor: “Wiens brood men eet, diens woord men spreekt”.
Maar de echte vakmensen zeggen: “Vakmanschap laat zich niet sturen door economisch gewin, daarom wordt er niet gesneden in kwaliteit en veiligheid!”

De verantwoording ligt bij de ondernemers
Waarom staan jullie als schadeherstel ondernemers toe dat je reparaties netjes uitvoert, maar klaarblijkelijk geen geld meer mag verdienen?
Je hebt omzet, maar geen rendement.

Angst afhankelijkheid van “gestuurde omzet”
Verzekeraars en leasemaatschappijen maken gebruik van angst.
Angst de “gestuurde” reparatieomzet kwijt te raken.
Maar wat heb je aan gestuurde omzet als je keihard werkt,
maar onder aan de streep nog maar net een “droge boterham” overhoudt?

Er kan er maar één de goedkoopste zijn
In de schadeherstelbranche probeert men elkaar weg te concurreren, maar er kan er maar één de goedkoopste zijn. Neem het omvallen van CARe als voorbeeld. Door kortingsafspraken en bedrijfsvoering is deze “marktleider” omgevallen met alle gevolgen van dien.

Hoe trouw is een verzekeraar en leasemaatschappij?
Verzekeraars en leasemaatschappijen zijn niet trouw.
Ze creëren angst waardoor je nog dieper gaat.
En ook al sloof je je helemaal uit voor deze klanten, het kan zomaar zijn dat je in 2020 niet meer mee mag spelen.

Bewust je eigen keuzes maken
Een reparateur die zijn vakmanschap verloochent, is in mijn optiek geen ondernemer, maar een verkapte “marionette-pop”. Maar ja, ook jij bepaalt.
“Ik werk hier niet meer aan mee”, is immers ook een antwoord.

Graaicultuur
Er wordt met zoveel geld geschoven en iedereen handelt met geld van anderen. Verzekeraars zonder winstbejag; maar het zijn vaak de “bestuurders” die het in “de zak steken”.
Handel in geld is te ziek voor woorden. Het is graaien, en men wordt beïnvloed door deze graaicultuur. Kijk maar eens goed naar de financiële wereld en de onderlinge verbanden.

Schadeherstel begint met kennis en kunde en een goede zuivere calculatie. Zorg dan ook dat het schadeherstel gebeurt op de werkvloer. Zorg dan ook dat het geld verdient wordt op de werkvloer, maar ook weer besteed wordt op de werkvloer. Want als je het niet meer kunt verdienen op de werkvloer, dan kun je beter stoppen.

Upgrade jezelf als ondernemer
Vanuit een hernieuwd ondernemeringsplan kun je niet alleen meer vat krijgen op je rendement, maar ook onderzoeken wie je nu echt als klant wilt bedienen. Met een gezond ROI op de werkvloer, gericht op bruto winst minus kosten en goed budgetteren, kan de schademarkt weer gezond gemaakt worden.
En met een beetje geluk en wijsheid er is dan ook weer wat meer ruimte voor een fatsoenlijk salaris voor de medewerkers.

Met de basistraining “weer aan zet of schaakmat” en de vervolgtraining “weer aan zet of schaakmat” in combinatie met de workshop “Kostprijs en Exploitatieanalyse” upgrade je jezelf als schadeherstel ondernemer.

Schroom niet en upgrade je ondernemerschap
Meer weten? Neem vrijblijvend contact met ons op.

Forse toename verwacht in aantallen ruitschades?

Door het toevoegen van keten gelieerde schadeherstelbedrijven en banden- en onderhoudsformules als “preferred suppliers” bij verzekeraars verwacht ik een fikse toename in het aantal ruitschades.

Consumenten die voor andere zaken als ruitschade bij een schadeherstelbedrijf of onderhoudswerkplaats komen, worden nu attent gemaakt op het mogelijk aanwezig zijn van het sterretje in de voorruit.

Gemiddelde schadelast naar beneden maar volume stijgt
Daardoor gaat de gemiddelde schadelast van ruitherstel naar beneden maar de aantallen ruitschades gaan (zeer) fors stijgen. Dit omdat er immers actief gezocht gaat worden naar ruitschades door medewerkers op de werkvloer. Ik sluit een stijging van zo’n 100.000 tot 150.000 ruitschades per jaar niet uit. Een aantal jaren geleden hebben we dit ook al meegemaakt op parkeerplaatsen.

Als de gemiddelde schadelast ook voor sterreparaties een uitgangspunt gaat worden, dan zal de gemiddelde schadelast fors gaan dalen (marktwerking) maar de totale schadelast op ruiten zal gaan stijgen.

Ik ben benieuwd wat verzekeraars hiervan vinden
De hoeveelheid medewerkers die fysiek voorruiten gaan repareren zijn zodanig fors dat ik het mij afvraag of deze mensen nog wel conform de OOC/BKS branchenorm opgeleid en module 1 gecertificeerd zijn.

Bij mij rijst de vraag of deze vorm van schade colportage valt binnen de doelstelling van het fenomeen verzekeren?

Leegloop verwacht in schadeherstelbranche

BOVAG pleit voor minimale loonstijging met mogelijke bevriezing in verband met inkoopmacht grote verzekeraars en leasemaatschappijen. Deze inkoopkracht van de verzekeraars is een afgeleide van het omzetbeleid van de schadeketens. “Nee, het kan niet meer”, is immers ook een antwoord.

Omzet en winst
Met gelatenheid je overgeven aan het omzetbelang van je schadeketen staat immers niet gelijk aan je wens van het genereren van de noodzakelijke brutowinst op de werkvloer.

Maar door deze afhankelijkheid van schadeketens van de “gestuurde omzet” wordt de prijsdruk van verzekeraars en leasemaatschappijen wederom aangewakkerd door dit BOVAG-beleid.  Er is dan dus gewoon geen ruimte meer voor loonkostenstijging.

Als de hele economie een boost heeft dan heb je inflatie.  En dat betekent ook dat in de cao-eis minimaal een inflatiecorrectie in de looneis dient te worden toegepast. Daarbij is de loonschaal een onderhandelbare factor van vraag en aanbod vakmensen op de gehele arbeidsmarkt.

Dat betekent dat werkgevers het zich niet kunnen veroorloven om alleen het minimale cao-salaris niveau te hanteren. Het volgende is dat de autobranche enorm onderhavig is aan een technische boost. Het kennisniveau moet de aankomende jaren fors stijgen om de technologie bij te houden.

Dat betekent dat er mensen naar school moeten om bij te leren of mensen de juiste opleidingen dienen te volgen om in de autoschadebranche op het benodigde hogere niveau te kunnen instromen.  Het vak van autoschadehersteller dient dus aantrekkelijk gemaakt te worden.

Ik verwacht aangezien de schadeherstel opleidingen nog niet eens voor 30 % gevuld zijn, dat dit een zoveelste nekslag voor het vak van schadehersteller zal worden.

Ondernemers worden meerdere keren per jaar geconfronteerd met medewerkers die elders veel meer kunnen verdienen. Ik vraag me af wat een niet marktconforme cao-afspraak voor nut heeft om het gewenste ondernemersbelang correct te bedienen. Het enige wat overblijft is geklaag op de werkvloer, verschuiving en gebrek aan vakmensen waardoor er een onhoudbare situatie ontstaat voor de schadeherstel ondernemers.

BOVAG is geen cao-onderhandelaar voor de schadeherstelbranche. BOVAG zit tenslotte niet zelf aan tafel voor de cao-onderhandelingen. FOCWA is de cao-onderhandelaar voor de schadeherstelbranche. FOCWA zit immers aan tafel bij cao-onderhandelingen.

Wat vindt FOCWA trouwens van dit BOVAG-standpunt?
Inmiddels heeft de FOCWA laten weten vandaag een nieuwsbrief aan haar leden te versturen met een update over deze onderhandelingen. Ook beklemtonen zij in deze berichtgeving dat de instroom van kwalitatief technisch geschoold personeel onder druk staat waardoor het aanhouden van een nullijn op gebied van loonruimte onverstandig is.
Lees hier de berichtgeving FOCWA.

Aangepaste salarisschaal werk- en denkniveau schadeherstel op OE(M) niveau
Mijn advies is dat er voor hooggekwalificeerde medewerkers, dus medewerkers die op OE(M) niveau kunnen herstellen, een aangepaste salarisschaal dient te komen, zodat het aantrekkelijk gaat worden om je te verdiepen in correct herstel conform de herstelvoorschriften van automobielfabrikanten. Dit om de te verwachte leegloop van kennis en kunde te voorkomen.

Werk- en denkniveau voor schadeherstel conform herstelvoorschriften automobielfabrikanten is immers zeer belangrijk voor nu en de toekomst schadeherstelbranche!

Een voorbeeld van inflatiecorrectie bij verzekeraars ziet u in de volgende linkjes:
salarisschalen verzekeringsbedrijf 2019, en
loonstijgingen voor medewerkers verzekeringsbedrijf.



Laat AkzoNobel haar relaties in de steek

AkzoNobel Vehicle Refinishes, internationaal producent van autoreparatielakken welke  schadeherstelbedrijven ondersteunt met producten en uitgebreide services, gaat zijn expertise en ervaring in de markt delen met OpenClaims.

Standpunt schadeherstel ondernemers
Ik ben heel benieuwd naar het standpunt van de schadeherstelbedrijven die met AkzoNobel (samen)werken. Mijn inziens worden ze nu in de voet geschoten in een reeds “uitgemolken” en “verziekte“ schadeherstelmarkt door data te delen met het veilingplatform waar autoschades geveild worden voor het laagste bod in het belang van verzekeraars en onwetende, te goeder trouw zijnde consumenten.

“Gezonde bedrijfsvoering”
Sander Knip, Country Cluster Manager VR Benelux & UKI. “Onze klanten zijn gebaat bij een effectieve en efficiënte workflow dus dit initiatief met het veilingplatform OpenClaims zal onze klanten nog beter laten renderen”. 

Nog meer druk op marges schadeherstellers door tegenstrijdige belangen
Volgens deze partijen vormt deze samenwerking een basis om de beste kwaliteit in herstel te realiseren. En doordat de verlaging van de reparatiekosten dan voortkomt uit procesoptimalisatie, gaat deze kostenreductie niet ten koste van het rendement van de schadehersteller.

Ik zie dit toch anders.
Deals maken voor relaties met een gekort uurtarief is niet de taak van leveranciers en gaat wel degelijk ten koste van de uiteindelijk geleverde kwaliteit en marge schadeherstellers. Immers OpenClaims werkt ook niet gratis. Alle overkoepelende kosten aan organisaties die niet in directe lijn staan met het schadeherstel komen altijd ten laste van het schadeherstel(bedrijf).
De vraag is welke toegevoegde waarde AkzoNobel door deze samenwerking met OpenClaims daadwerkelijk gaat leveren aan het schadeherstel.

Marktverlies en financiële tegenslag leidt tot deze pact
AkzoNobel raakt al jaren markt kwijt binnen de Nederlandse schadeherstelbranche en alleen door klanten te “kopen” of een dienst te “kopen” proberen ze weer markt terug te winnen.
OpenClaims, het veilingplatform voor autoschades, heeft een moeilijkheid om groter te worden in de huidige markt omdat er meerdere digitale initiatieven zijn.

Ook OpenClaims ”koopt” de markt door verzekeraars en tussenpersonen welke de verhaalschades via OpenClaims “sturen” financieel te belonen.
Maar wie betaalt OpenClaims? Het enige wat OpenClaims doet is eigen inkomsten genereren. Dit ten koste van marge schadeherstelbedrijf en kwaliteit schadeherstel.

Ze moeten allemaal wat en daarom denken OpenClaims en AkzoNobel hier gezamenlijk een oplossing te hebben gevonden voor hun huidige eigen problematiek.
Zo’n 17 jaar geleden is AkzoNobel gestart met de formule Alacar, een budget schadeconcept.
En 7 jaar geleden is ook Nobilas uit de keuken van AkzoNobel gestart in samenwerking met Rob Klinkert.
Nobilas werd neergezet als Accident Management, een soort wagenparkbeheerder in samenwerking met schadeherstel.
Het doel was een internationale organisatie neer te zetten, maar dit is niet gelukt.

Gaat data van schadeherstellers gedeeld worden
AkzoNobel wil waarschijnlijk datzelfde nu proberen met OpenClaims. Nederland is te klein en OpenClaims wil zich presenteren als internationale speler; Hetzelfde wat Nobilas voor ogen had, Accident Management oftewel “the cost of running” voor wagenparkbeheerders.  Hier konden ze in groeien en dat willen ze, een push.
OpenClaims wil die informatie en in alle waarschijnlijkheid hadden ze tot nu toe te weinig toegang tot die gegevens. Het zou mij niks verbazen dat de data van schadeherstellers gedeeld gaat worden.

Persoonlijk vind ik het geen slimme zet van AkzoNobel, maar de tijd zal het leren.


Moeten de schadeherstellers zich niet eens achter de oren gaan krabbelen?



Handhaving branchenorm autoruitherstel niet waterdicht

“Is de branchenorm voor ruitherstel wel een afgeleide van de OE(M) voorschriften? En hoe borg je de voorgeschreven kwaliteit?”

Met 18 vestigingen heeft Kwik-Fit nu een aspirant lidmaatschap bij Focwa. Dit betekent mijns inziens dat ze met verzekeraars mogen factureren die Focwa/Bovag lidmaatschap als harde voorwaarden in hun polisvoorwaarden hebben staan zoals onder andere ANWB/Unigarant en Achmea.
Hun verzekerden kunnen nu bij 180 vestigingen Kwik-Fit sterretjes laten repareren terwijl er maar 18 Kwik-Fit vestigingen zijn aangesloten. De rest van de ruitvervangingen worden door mobiele ruitservice opgevangen. Hiermee wek je de illusie dat je een landelijk dekkend netwerk hebt. Ik ben benieuwd, maar in alle waarschijnlijkheid zal alleen in de 18 aangesloten vestigingen ADAS apparatuur ter beschikking komen. De rest is dan mogelijk vogelvrij.

De kans is groot dat ook Kwik-Fit mobiel gaat kalibreren.
Recent hebben we in Aftersalesmagazine kunnen lezen dat Autoglaz een andere Focwa aangesloten autoruitherstelketen, eveneens het mobiel kalibreren promoot.
Ook Van Mossel Autoschadegroep is al enige tijd langs de weg te vinden om mobiel te kalibreren.

“Is mobiel kalibreren wel volgens de richtlijnen van de automobielfabrikanten?”

Schadenet, met ruim 120 vestigingen, is voor ruitherstel niet aangesloten bij de branchenorm ruitherstel. De formule Glassdrive, welke wordt geëxploiteerd over alle Schadenet-vestigingen, is ook niet aangesloten bij Bovag of Focwa Autoruitherstel. Hoe is dit mogelijk?

Als vanuit Schadenet bijvoorbeeld een factuurtje naar Achmea wordt gestuurd voor een ruitvervanging, dan wordt deze door Achmea betaald.
Maar als vanuit Glassdrive de factuur wordt ingestuurd, dan zal deze waarschijnlijk niet door Achmea betaald worden.
Er wordt dan immers niet voldaan aan de harde voorwaarden Bovag/Focwa lidmaatschap in de polisvoorwaarden van de verzekeraar.

Eigenlijk is de conclusie dat er dus geen controle is op de branchenorm Autoruitherstel. Waartoe dient deze dan?
Ik begin het idee te krijgen dat de branche voor ruitherstel mogelijk een nog groter “wespennest” is als de branche voor carrosserieherstel?

“Je zou haast gaan denken dat het lidmaatschap van een brancheorganisatie niet gebaseerd is op wat je doet maar bij welke “clubje” je hoort.”

Ik vraag me serieus af waar het met deze brancheontwikkelingen naartoe moet.
Het valt me op dat richtlijnen van automobielfabrikanten, mogelijk omwille van commerciële ontwikkelingen, zelfs niet door merkerkende herstellers worden opgevolgd.

De borging van branchegenormeerd schadeherstel is blijkbaar niet vanzelfsprekend met een schildje van Focwa, Bovag of merkerkende uitingen aan je muur.
Brancheorganisaties dienen dit te handhaven. Focwa treedt zelfs met trots in de publiciteit om “dubieuze” ontwikkelen te promoten, en heeft het mogelijk niet eens in de gaten. Sorry?

“Kom op Focwa en Bovag, gaat het jullie nu om kwaliteit en veiligheid of het aantal leden?”
Wie moet er gaan handhaven als de brancheorganisaties zichzelf niet eens kunnen handhaven?
Ontbreekt het mogelijk zelfs bij de brancheorganisaties aan voldoende kennis?

“Uitbesteden aan niet genormeerde bedrijven is volgens het algemene branche reglement niet toegestaan.”

Lees hier meer over de benodigde kenniscertificaten betreffende ruitherstel.

Borging kwaliteit en veiligheid pijnpunt schadeherstel

Sinds 1 oktober 2018 hanteren de brancheorganisaties Focwa en Bovag in autoschadeherstel één kwaliteitsnorm voor de schadeherstelbranche. De gezamenlijke norm moet leiden tot een gelijk speelveld maar ook borging van de kwaliteit en veiligheid voor consumenten en opdrachtgevers. En in de borging kwaliteit en veiligheid ligt nu juist het pijnpunt.

De nieuwe branchenormering is ontwikkeld in nauwe samenwerking met een Centraal College van Deskundigen. Dit college bestaat uit marktpartijen uit de sector, waaronder een vertegenwoordiging van opdrachtgevers, zodat de norm in de sector breed wordt gedragen.

De brancheorganisaties wilden bewerkstelligen dat de branchenormering door de opdrachtgevers, lees de verzekeraars en leasemaatschappijen, breed gedragen zou worden.
Volgens Focwa en Bovag borgt deze branchenorm de kwaliteit en het vakmanschap.  Een norm die volgens eigen woorden Focwa “kwalitatief hoogwaardig schadeherstel garandeert”.

Bullshit!
Ik stel voor het artikel “financieel gewin boven veiligheid automobilist” eens te lezen. Identieke schadelastgaranties hebben schadeketens ook met diverse leasemaatschappijen afgesproken. Maar hierover meer  in een volgend artikel.

Bij mijn goede wil en weten is een correcte branchenorm louter een technische aangelegenheid conform OE(M) herstellen. Een merkerkenning is trouwens ook geen zekerheid voor kwalitatief hoogwaardig schadeherstel conform OEM voorschriften. Maar ook daar volgt binnenkort nog een uitgebreid artikel over.

Maar laten we eens kijken wie er invulling hebben gegeven aan de 1e opzet branchenormering Focwa/Bovag vanuit het Centraal College van Deskundigen:

Mathijs van Leeuwen – Focwa bestuur/Schadenet gelieerd SHB *
Peter Brussel – Focwa bestuur/Voorzitter  *                              
Femke Teeling – Focwa directie/directeur  *                               
Armando Boom – Focwa secretariaat/project leider T&I *       
Isabel Polderdijk – VVVF *
Ton Mesker – VNA (lease) *                                                        
Anton van der Heijden – RDW *                                                                   
Ferry Smith – ANWB *
Bob Smit – Silhouette-consultancy  * (nu namens RAI)
Rita Schepers – Achmea * (nu ook namens het Verbond van Verzekeraars)
Toine Beljaars – Bovag *
Frans Kragten – Bovag
Alex de Hoop – Verbond van Verzekeraars
Rolph van Markus – SHB-ABS 
Nico Spiering – Dekra 
Paul van Meggelen – SGS  
Gert-Jan Struijer – KIWA        

De namen hierboven met * hebben nu ook zitting in de Klankbordgroep Branchenormering, inclusief de onderstaande personen:
Frank Ruygrok – BOVAG
Richard Overeem – Nivré
Peter de Boer – NVCi

Waarom zit er iemand met een inkoop achtergrond, nota bene van de allergrootste verzekeraar van Nederland in het Centraal College van Deskundigen Focwa en in de klankbordgroep Branchenormering?
Heb je iemand die verstand van correct en veilig schadeherstel en dossiervorming heeft, wat in een klankbordgroep goed beschreven moet worden met betrekking tot onder andere de juridische aspecten en aansprakelijkheden, dan zou ik het nog enigszins kunnen begrijpen.

Maar het bevreemd mij dat verzekeraars advies kunnen verlenen betreffende correct schadeherstel gebaseerd op het kennisniveau van een bedreven inkoper. Immers een verzekeraar heeft voornamelijk belang bij een zo laag mogelijke schadelast oftewel schadelastbeheersing.

Uiteraard is het wenselijk dat er technische- en procesmatige input komt vanuit de betalende partijen, maar deze mag nooit verwevenheid hebben met inkoop, prijsvorming en schadelastbeheersing, want dit staat los van de branchenormering.
Anders heb je mogelijk een verkeerde pet op en hebben we te maken met tegenstrijdige belangen.

Je kunt namelijk nooit een lagere prijs tot doelstelling verheffen wanneer de kwaliteit en veiligheid daardoor mogelijk in het gedrang kan komen!