NIVEAU’S VAN AUTONOMIE

We onderscheiden 6 niveaus van autonomie.
Hoe hoger het niveau, hoe geavanceerder de automatisatie van het betreffende voertuig.

De automobielsector kende het afgelopen decennium een enorme evolutie.
Met het oog op de toekomst wordt er vandaag de dag veel gesproken over de komst van de volledig autonome auto oftewel de zelfrijdende wagen.
Maar zoals bij alles is ook bij de zelfrijdende auto het gezegde: ‘’Rome is niet in één dag gebouwd’’ van toepassing.

Opvallend is wel dat deze groei de laatste jaren enorm versneld is.

Niveau 0 –> GEEN ASSISTENTIE

Onder dit niveau verstaan we geen enkele vorm van assistentie.
Dat houdt in dat het voertuig niet in staat is om bepaalde rijtaken over te nemen.
Het is wel mogelijk dat de voertuigen uitgerust zijn met opties zoals automatisering van de koplampen, airconditioning en ruitenwissers.
Desondanks worden deze zaken niet beschouwd als rijhulpsystemen.

De bestuurder is zelf steeds verantwoordelijk voor het remmen, gas geven en sturen.

Niveau 1 –> ASSISTENTIE

Het eerste level van automatisatie houdt in dat het voertuig in staat is om één taak over te nemen.
Het bekendste voorbeeld hiervan is de Cruise Control.
Als deze functie is ingeschakeld zal het voertuig de ingestelde snelheid aanhouden.
Dat wil zeggen dat het voertuig het gas geven overneemt van de bestuurder.
Andere voorbeelden zijn een actieve noodrem voor in de stad en rijstrookassistentie.

Niveau 2 –> GEDEELTELIJK AUTONOOM

Level twee houdt in dat het voertuig meer dan één taak tegelijkertijd voor zijn rekening kan nemen.
In theorie kan je bijvoorbeeld Adaptieve Cruise Control en Rijstrook Assistent laten samenwerken op een autosnelweg.

Belangrijk is dat je als bestuurder weet dat je altijd verantwoordelijk bent en je steeds de controle moet kunnen overnemen.
De combinatie van ACC en LDWS dient hoofdzakelijk als een geheel dat lange ritten op de snelweg comfortabeler moet maken.
Op die manier moet de bestuurder minder aandachtig zijn op autostrades en is hij alerter in het drukke stadsverkeer.

Niveau 3 –> SEMI-AUTONOOM

Op het derde niveau van autonomie kunnen we stilaan het voertuig meer en meer zelf laten doen.
De bestuurder dient ook niet de hele tijd het verkeer in het oog te houden.
Je mag dus in een voertuig met niveau 3 in bepaalde situaties bezig zijn met andere activiteiten.
Het voertuig gaat met bijvoorbeeld 360° detectie zelf de omgeving analyseren.
Indien het voertuig buiten zijn eigen kunnen komt, zal de bestuurder een verwittiging krijgen op het dashboard.
Op dat moment moet de chauffeur ook effectief de controle over het stuur overnemen om ongevallen te vermijden.
Dat wil ook zeggen dat de verantwoordelijkheid nog steeds bij de bestuurder ligt.

Niveau 4 –> HOGE AUTONOMIE

Op het op één na hoogste niveau spreken we al bijna over een zelfrijdende auto.
Dit is bovendien het laatste niveau waarbij een fysiek stuurwiel nog aanwezig moet zijn.
Toch zijn er nog enkele situaties waarin de bestuurder nog zou moeten ingrijpen.
Het kan gebeuren dat in extreem slechte weersomstandigheden, zoals felle regen/sneeuw en dichte mist, het systeem niet correct werkt.

Net zoals bij niveau 3 analyseert de auto zelf de omgeving en hoe deze continu verandert.
Op het moment dat er zich een probleem voordoet en de bestuurder neemt de controle, ondanks waarschuwingen op het dashboard, niet over,
is de wagen in staat om zelf te bepalen hoe verder te handelen.

Niveau 5 –> VOLLEDIGE AUTONOMIE

Dit is het allerhoogste niveau van automatisering.
Het voertuig kan in alle omstandigheden volledig zelfstandig rijden en heeft dus geen menselijke tussenkomst nodig.
Er zijn geen bedieningsmogelijkheden meer om zelf het voertuig te besturen.
Het enige dat je als passagier nog zal moeten doen is je bestemming ingeven, eventueel via stemcommando’s, en het voertuig maakt gebruik van de uitgeruste software en hardware om van de eerste tot de laatste meter de rit zelf te maken.