Tag Archief van: verzekeraars

Neemt Schadegarant schadeherstelpartners nog wel serieus?

Wat een mooi vooruitzicht zou zijn zo vlak voor kerst 2022, de Stichting Schadegarant heeft haar schadeherstelpartners gevraagd om een offerte uit te brengen. Voor 11 januari diende deze nieuwe offerte binnen te zijn om de eventuele nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor 2023 te continueren.

Nog even met de kaasschaaf eroverheen
De offertes zijn in veel gevallen keurig op tijd ingediend, echter rond 2 februari heeft menig schadeherstelpartner een “afwijzingsmail” ontvangen. Schadegarant doet met een simpel briefje nog even een poging om de kaasschaaf over deze ingediende offertes te halen.
In onderstaande twee alinea’s van de afwijzingsmail staat de letterlijke tekst.

Waarom deze vervolgprocedure
“Ten opzichte van uw huidige tarief is uw geoffreerde prijsstijging enorm hoog. Wij gaan hier niet mee akkoord. Daarom vragen wij u middels de vervolgprocedure om een nieuwe en betere aanbieding te doen voor het uurtarief en deze aanbieding te onderbouwen.”

“Daarnaast geldt voor de aangeboden materiaalindex en onderdelenkorting dat de korting die u offreert lager is dan de korting die wij ontvangen van vergelijkbare aanbieders. Ook hiervoor ontvangen wij graag een nieuw voorstel en een onderbouwing van uw voorstel.”

Schadegarant manipuleert
De relatie met Schadegarant is gewoon niet meer van deze tijd. Het is een ongelijke niets toevoegende enkelzijdige relatie. Vanaf mei 2003 tot mei 2015 zwaaide Johan Schoonhoven (ICI Paints) de scepter. Sinds augustus 2015 gebeurt dit onder leiding van Frank van Donk (Delta Lloyd) namens de inkooporganisatie die eigendom is van een aantal Nederlandse schadeverzekeraars.

Schadegarant speelt met deze ongepaste handelswijze al jaren in op de angst van schadeherstelpartners. Angst voor herstellers om het samenwerkingscontract met de kille inkoopcombinatie van verzekeraars te verliezen.
Je wordt min of meer gemanipuleerd, je doet iets wat je absoluut niet wilt (of kunt) maar doet. Ze maken van jouw “nee”, op basis van angst voor het verliezen van werk, een “ja”. Dat je toch lager dan mogelijk in schrijft, men schuwt daarbij geen enkel middel.
Het gros van de schadeherstelpartners schrikt hiervan, kan het werk ook niet missen en voelt daardoor een enorme druk en gaan vervolgens uit angst downsizen!

Schadeherstellers niet als gelijke partners verzekeraar
Maar de verzekeraars vergeten één ding; Zonder schadeherstellers kunnen de voertuigen van verzekerden niet meer gerepareerd worden. Want ruimte om te investeren is er niet meer. Niet in opleiding, niet in equipment, maar ook niet om te verduurzamen (gas, elektra).
Dit alles druist in tegen hoe de inkooporganisatie van verzekeraars zich in de markt presenteert, Schadegarant Position Paper “Botsing tussen kwaliteit en kosten” (oktober 2020).

Door op deze wijze te handelen creëert Schadegarant een conflictsituatie met betrekking tot kwaliteit en veiligheid, dit zou ontoelaatbaar moeten zijn.

Wiens brood men eet diens woord men spreekt
Om manipulatie plaats te laten vinden zijn er minimaal twee partijen nodig. Eén manipulerende partij en partijen die hierin meegaan, oftewel zich laten manipuleren. Schadegarant weet hier feilloos op in te spelen, dit is vaak het zwakste punt van een schadeherstelpartner, die eigenlijk alleen maar schades veilig wil en moet herstellen.
RDW faciliteert in opdracht van het Ministerie I & W de projectgroep “Veilig voertuig ook na schade”.
Het wordt dan ook de hoogste tijd dat er door het Ministerie van I & W serieus naar wordt gekeken. Wat zijn de mogelijke gevolgen die onder druk van onderlinge belangen ontstaan. Het zijn tenslotte krachtige stakeholders in deze projectgroep die samen zorg moeten dragen voor een veilig voertuig na schade en schadeherstel.

What you allow to happen is what will continue to happen!

Lees hier eerder verschenen artikelen:

http://schadeherstelbranche.nl/schadegarant-offerteronde-2019/

http://schadeherstelbranche.nl/bereken-je-uurtarief-2020/

http://schadeherstelbranche.nl/houdbaarheidsdatum-massa-is-kassa-is-verstreken/

 

Het kost wat het kost

In reactie op de brief van Peter Hubregtse, directeur van ASN Schadeherstel vindt Irene Sommeling, Ombudsvrouw SchadeHerstel, ook dat er wat moet gebeuren. Ze roept dat al jaren.
Vandaar ook het initiatief jijbepaalt, dat de schademarkt verbindt met de schadeherstelbranche, door middel van juridische- en specialistische kennis en kunde.

Hierdoor zorgt Irene Sommeling dat de ondernemers en vakmensen weer kunnen doen waar ze goed in zijn én goed betaald krijgen. En dat ook de extra diensten en services gewoon netjes betaald worden.

Wie heb je nu echt nodig voor het herstel van autoschade?
Je hebt de consument of ondernemer met schade aan zijn/haar auto nodig.
En voor het herstel heb je het schadeherstelbedrijf met de vakmensen op de werkvloer nodig.

Alle andere partijen zijn niet verplicht en niet bepalend!

Met de branche in gesprek
Waarom zijn er schadeherstelbedrijven die uurtarieven kunnen hanteren van dik in de € 90,00 excl. btw, die ook nog jaarlijks via de CPI-index worden verhoogd in bijvoorbeeld Dispatch? Terwijl de schadebedrijven in de sturing al jaren niets meer kunnen doorberekenen.
En schadeherstelbedrijven met een onderbouwd uurtarief krijgen netjes betaald.

En komt er een enkele keer een expert, die namens de verzekeraar vraagt het uurtarief te verlagen, dan verwijs je deze expert naar de gedragscodes. Zij dienen tenslotte onafhankelijk en integer te handelen.

Het verbaast mij sowieso dat experts bepaalde schadereparaties goedkeuren tegen beter weten in!

Maar de werkelijke kosten moeten doorbelast worden, zo simpel is het. Het kost wat het kost! Of je nu schadehersteller, expert, verzekeraar, leasemaatschappij of tussenpersoon bent.

Dat de prijzen stijgen is een feit. Een schadeherstelbedrijf zal de werkelijke kosten dan ook zelf jaarlijks in kaart moeten brengen en met een winstopslag doorbelasten. Dan kun je ook, zoals nu, sneller doorschakelen en je tarief verhogen. Elektriciteits- en gasprijzen zijn immers een feit, maar vergeet ook niet de andere kosten, want dat gaat ook allemaal keihard door.

In 2000 was het gemiddelde uurtarief voor arbeid € 56,15 en spuitwerk € 58,29. De prijzen moesten in de loop der jaren flink naar beneden in de keten gelieerde schadeherstelbedrijven. Dat heeft geleid tot een prijserosie die deze schadeherstelbedrijven nu, in 2022, nog steeds niet te boven zijn. Maar ook andere schadeherstelbedrijven staat het water tot de lippen. Omdat ze onder druk van partijen ook de tarieven naar beneden hebben gezet, bang anders helemaal niks meer te mogen repareren.

Onder de kostprijs
We willen bewerkstelligen dat een opdrachtgever erkent dat schadeherstelbedrijven door de ketenafspraken onder de kostprijs werken. Daardoor kan er vaak niet goed hersteld worden.
Immers de bedongen uurtarieven, kortingen, bonussen, niet originele onderdelen en facturen voor systemen zijn al jaren niet meer toereikend om goed vakmanschap te kunnen leveren. En dat heeft er de laatste jaren toe geleid dat goede vakmensen uit de branche zijn gegaan. Ze konden niet meer achter hun werk staan. En als ze er wat van zeiden, konden ze vertrekken.

Het is aan de ondernemer om het aantrekkelijk te maken voor zijn medewerkers, de vakmensen.
Dit doet hij door correct te betalen voor goed schadeherstel. Dat betekent niet kijken naar het klantenboek maar uurtarieven correct uitrekenen naar de huidige kosten anno 2022. Waarbij ook investeringen in opleidingen en apparatuur, om überhaupt nog auto’s nu en in de toekomst te repareren, meegenomen dienen te worden. Laat angst niet regeren, maar maak gezonde keuzes.

Door zelf als ondernemer weer de regie te nemen over het schadeherstel, en alle daarbij komende handelingen en dossiervorming.

Zorg dat de klant jouw klant is
Zorg dat je als schadeherstelbedrijf weer geld gaat verdienen op een zuivere manier, waarbij de vakmensen weer auto’s kunnen repareren zoals het hoort en er ook weer correct voor betaald krijgen.

Stop met de regie aan verzekeraars, schadeketens en andere partijen te geven die geen auto’s repareren. Wordt weer baas in eigen zaak, waardoor je uiteindelijk weer bestaansrecht voor nu en de toekomst hebt en krijgt.

En maak je eigen kostprijsberekening voor 2022. Hiervoor lever ik graag de kostprijsberekening Excel sheet aan.
Daarbovenop zet je een gezonde winstmarge. Dit bepaal je als ondernemer zelf.

En ga met elkaar in gesprek. We moeten terug naar de basis. Het kost wat het kost, zo krijgen we ook weer een gezonde branche.
Ik kom graag met jullie in gesprek.

Zie dan ook eerder verschenen artikelen:

http://schadeherstelbranche.nl/schadegarant-offerteronde-2019/

http://schadeherstelbranche.nl/bereken-je-uurtarief-2020/

en voor de liefhebbers nog andere artikelen zoals:

http://schadeherstelbranche.nl/houdbaarheidsdatum-massa-is-kassa-is-verstreken/

http://schadeherstelbranche.nl/ondernemers-schadeherstelbedrijven-wordt-weer-baas-in-eigen-zaak/

http://schadeherstelbranche.nl/wij-zijn-de-schadeherstelbranche/

RICHTBANKEN EN MEETSYSTEMEN – CAR-O-LINER IN BEELD

Voor Irene’s Schadebulletin heb ik zowel Celette, Spanesi als Car-o-liner om input gevraagd over hun richtbanken en meetsystemen. Dit door alle drie dezelfde vraag te stellen.

“Van welke autofabrikanten heeft jullie merk een officiële homologatie gekregen en waarom zou een schadeherstelbedrijf voor jullie merk richtbank en meetsysteem moeten kiezen?”

Vandaag de dag is een richtbank vooral een multifunctionele werkplek waarop dagelijks gewerkt wordt maar natuurlijk ook gemeten en gericht. Om deze functie goed te vervullen moet de nul-positie laag zijn. Ook maakt dit de bank toegankelijk voor lage auto’s.

CAR-O-TRONIC centrum van de macht

   

CAR-O-LINER beschikt over de grootste (online) databank van de markt met de meeste meetpunten; 150 meetpunten op de gehele carrosserie voorzien van een individuele foto. Het systeem kan meten tegen fabrieksdata, point2point, symmetrie en kruislings op zowel chassis als de carrosserie.  Een meetrapport genereren doet men met een druk op de knop in een geselecteerde configuratie. Binnen de selectie van het voertuig krijgt de gebruiker ook adviezen over eventuele extra steun/fixatie van de carrosserie ondersteund met video’s en foto’s. Het CAR-O-LINER EVO-systeem is een universeel fixatie systeem wat wordt omarmd door alle Duitse automobielfabrikanten. In de volksmond wordt dit een mal genoemd; het haalt de maatvoering uit het meetsysteem, instellingen uit databank en de steun en stevigheid vanuit het universele EVO-systeem.

   

Repareren volgen OEM-specificaties
De vele merkerkenningen en homologaties die CAR-O-LINER heeft verworven in de loop der jaren zegt iets over de kwaliteit van het systeem, nauwkeurigheid en compleetheid van de databank maar ook het geboden partnerschip naar de fabrikanten. Een mooi voorbeeld is de interactieve relatie met Porsche AG, deze bepaalt zelf actief de toegestane toleranties voor ieder model en de individuele meetpunten. Deze toleranties kunnen ook niet worden veranderd door de gebruiker.


Ook zien we de invloed van de fabrikanten terug in de wijze van verankering, op de datasheet vinden we de positie van de verankering op het voertuig maar ook hoe dit moet worden uitgevoerd volgens voorschrift van de fabrikant.

Merkgerichte verankering beschikbaar
Veelal is de lasnaad onderaan de dorpel een stevig punt om het voertuig te fixeren, soms ontbreekt deze echter. Denk aan Mercedes Sprinter en VW Crafter. Hiervoor heeft de importeur van CAR-O-LINER een structurele huuroplossing. GOODMEN equipment bv is een specialist op het gebied van schadeherstel en voertuiguitlijning. Jarenlange ervaring met het product en de markt maakt deze partij partner voor de schadehersteller.

OEM APPROVALS voor CAR-O-LINER
Bentley
BMW-Mini Cooper
Rolls-Royce
Daimler-Mercedes-Benz-Smart
Chrysler-Dodge-Jeep-Ram
Fiat-Alfa Romeo
Ford-lincoln
General Motors
Honda – Acura
Mahindra
Hyundai-Kia
Jaguar-Land Rover
Mitsubishi
Nissan-Infinity
PSA: Opel/Vauxhall
PSA: Peugeot/Citroen
Renault – Dacia
Subaru
Suzuki-Maruti
Tata
Tesla
Toyota-Lexus
Volkswagen Groep – Lamborghini- Audi- Seat-Porsche-Bentley-Volkswagen
Volvo

Voor meer informatie kunt u terecht:
https://www.goodmen.nl

Uw leverancier voor Car-O-Liner:
GOODMEN equipment BV
De Kil 24             
8255RR  Swifterbant
0321 323370
info@goodmen.nl

Car-O-Liner is a trademark of Snap-on

 

 

 

 

 

HOUDBAARHEIDSDATUM “MASSA IS KASSA” IS VERSTREKEN

HOUDBAARHEIDSDATUM “MASSA IS KASSA” IS VERSTREKEN

Met de Paper “Botsing tussen kwaliteit en kosten” benoemt Stichting Schadegarant problemen in de schadeherstelbranche. Er moet geïnvesteerd worden, maar de verzekeraar gaat dat niet betalen.

Jarenlang hebben verzekeraars zich verrijkt over de rug van hun verzekerden. Nooit was het genoeg. Premies innen die jaarlijks stijgen, en op moment van schade de regie van het herstel overnemen door schadesturing. Dit resulteert al jaren in afroming van het daadwerkelijke bedrag dat de schadeherstelbedrijven nodig hebben. Verzekeraars hebben hiermee een fors extra verdienmodel voor zichzelf gecreëerd over de rug van de onwetende verzekerden. Gemakzucht verzekerden en angst bij schadeherstellers zijn de doodsteek voor het vakmanschap!

Kern van het probleem
Financieel belang stakeholders prefereert boven kwalitatief goed schadeherstel. De opbrengst van dit verdienmodel, wat in de zakken van de verzekeraars en volmachten is verdwenen is juist de marge die de schadehersteller nodig heeft om te kunnen blijven investeren in kennis en equipment, om mee te gaan in de nieuwste technologieën. Tevens is dit ook nodig voor het behoud van vakmensen en het aantrekken van jonge aanwas.

Niet alleen verzekeraars, volmachten maar ook leasemaatschappijen maken zich keihard schuldig hieraan. De leasemaatschappij roept, “het is onze auto”, maar een lessee betaalt geen vol leasetarief om in een niet goed gerepareerde, mogelijk zelfs onveilige auto te rijden.

Het “massa is kassa” verdienmodel van verzekeraars, leasemaatschappijen en schadeketens met een vaak negatief tot sober rendement voor schadeherstelbedrijven werkt niet meer. Vele schadeherstelbedrijven hebben geen gezonde buffer meer om bijvoorbeeld ook deze coronacrisis op te vangen. Wie verzekert dit?

Merkerkenning is geen zekerheid voor goed herstel
Merkerkenning wordt hier op een voetstuk gezet als zijnde de oplossing, maar we weten allemaal dat dit een “wassen neus” is. Merkerkenning is niets meer en niet minder als een marketingtool en zegt niets over de kwaliteit van het uitgevoerde schadeherstel. Sterker nog, merkdealers halen bij problemen de kennis bij de onafhankelijke vakmensen die vanuit passie zich vastbijten in de nieuwste technieken.

Van wie is het afgeroomde geld?
Maar van wie is dit geld eigenlijk dat verzekeraars afromen van het daadwerkelijke schadebedrag.
Als de schadehersteller het weggeeft aan de verzekeraars en volmachten dan is dit geld het geld van de verzekerde die zijn verzekeraar laat bepalen wie zijn autoschade repareert. Immers de eigenaar van de auto is de opdrachtgever. En in het contract dat verzekerde met zijn verzekeraar heeft staat nergens dat een verzekeraar kortingen mag bedingen, prijsdruk op uurtarieven mag leggen, en zelfs met schadelastgaranties mag werken. Dit alles lijdt tot niet goed schadeherstel, waar de verzekerde niet bij gebaat is. En in welke business zie je dat een ondernemer zijn concurrent een financieel voordeel gunt?

Kwaliteit en veiligheid na schadeherstel
Kwaliteit en veiligheid is ineens een hot item, ondanks dat de achterban van het Verbond van Verzekeraars jarenlang het verdienmodel heeft afgeroomd samen met de schadeketens en bepaalde leveranciers. De brancheorganisaties durven niet keihard op te treden want dan verliezen ze het gros van hun ledengeld. Als je als verzekerde zelf wilt bepalen wie je auto repareert, dan krijg je te maken met een hoger eigen risico, waardoor je minder uitgekeerd krijgt, tot helemaal geen uitkering. Waarom? Je benadeelt op dat moment de verzekeraar, zijn extra verdienmodel welke hij als je zelf bepaalt misloopt. Dit kan oplopen tot ruim 30 % verschil in uurtarief; En dan nog de bedongen kortingen, bonussen, Kick back fee’s en de schadelastgaranties van bepaalde verzekeraars en leasemaatschappijen.

ADAS is fractie schadeherstelproces
Er wordt heel erg gehamerd op het ADAS-verhaal terwijl dat maar een fractie van het hele schadeherstelproces is. Goed en veilig schadeherstel is echter veel meer als de elektronica van een auto. Maatvoering en reparatie conform de OE(M) voorschriften is heel belangrijk!
Vaak worden deelreparaties uitgevoerd aan de carrosserie, daar waar het niet mag.
De expert welke in opdracht van de verzekeraar moet controleren of de reparatie correct gecalculeerd is, keurt oogluikend het rapport goed. Dit nadat hij nog even de werkinstructies van de betreffende opdrachtgever heeft gecheckt en waar nodig een schadehersteller op een maximaal te hanteren uurtarief wijst die aangepast moet worden, omdat dit het maximale bedrag is wat deze verzekeraar uitkeert. Dus ook schadebedrijven die niet onder het juk van verzekeraars wensen te werken, wordt prijsdruk opgelegd en de expert is het er vaak niet mee eens, maar kan niet anders of vindt het allemaal wel best. Hij staat onder tijdsdruk en wordt maandelijks door zijn werkgever afgerekend op behaalde omzet, welke weer onder prijsdruk staat van de opdrachtgevers. Er wordt gekeken naar het gemiddelde schadebedrag, ook bij prestaties van een expert. Als je eruit springt krijg je een rode kaart en word je op het matje geroepen op kantoor.

Dus de kern van het kwaliteitsprobleem is veroorzaakt- en wordt vooralsnog al jaren in stand gehouden door verzekeraars, Topherstel en Schadegarant maar ook de leasemaatschappijen. Open Claims en Fixico, “marktplaats-/veilings-” initiatieven gebaseerd op goedkoopste prijs, waar aan de hand van foto’s op schades wordt geboden door reparateurs om een auto te mogen herstellen. Gezien goed en veilig schadeherstel is dit onmogelijk is in deze huidige tijd! De consument en/of ondernemer wordt misleid en denkt dat door tussenkomst van deze partijen zijn auto goed wordt hersteld.

“Massa is kassa” businessmodel
Schadeketens zijn afhankelijk van de gestuurde omzet van deze opdrachtgevers en dus gaan ze elk jaar steeds dieper omdat ze haast niet anders meer kunnen. Gaan ze niet mee in de prijsdruk verliezen ze gestuurde omzet voor hun leden. Geen gestuurde omzet betekent weer onrust onder de leden. Ik durf dan ook te stellen dat het gros van het kwaliteitsprobleem wordt veroorzaakt door de partijen die nu alarm slaan, alsmede de leasemaatschappijen. Zij moeten de handen in eigen boezem steken. Zij bepalen de uiteindelijke prijs waardoor het schadeherstelbedrijf gedwongen wordt te snijden in kwaliteit en soms zelfs in veiligheid. Anders wordt de sturingskraan dicht gedraaid, met alle gevolgen van dien.
“Het is toch altijd nog goed gegaan” zegt een schadehersteller, maar de consument heeft geen kennis van zaken.
Hoeveel mensen rijden momenteel in een niet goed tot zelfs onveilige auto rond na schadeherstel?

In de schadeherstelbranche willen alle vakmensen goed repareren!
Maar als je niet betaalt krijgt voor goed schadeherstel door onder andere de door schadeketens afgesproken schadelastgaranties en prijsafspraken en dan ook nog eens de oneerlijke concurrentie die ontstaat omdat een verzekeraar de consument stuurt en onder druk zet door anders minder uit te keren.

De oplossingen:
1. Minimaal netto uurtarief voor schadeherstel

Mijn advies is zorg te dragen dat de schades op een correcte wijze en tegen een minimum netto uurtarief van € 85,- excl. BTW per uur, gerepareerd worden. Alle kosten welke nodig zijn voor goed schadeherstel dienen betaald/vergoed te worden.
Door weer gezonde tarieven te hanteren wordt de inhaalslag op kennis, juiste equipment, toegang tot de juiste RMI (Repair and Maintenance Information), gewaarborgd en krijgen vakmensen betaald voor het vakmanschap en kan er door de onderneming weer gezond rendement behaald worden. Winst is tenslotte bittere noodzaak voor het voortbestaan van je onderneming.

2. Schadelastgaranties
Verzekert het Verbond van Verzekeraars de schadeherstelbranche en haar verzekerden dat zij zorgdraagt dat de schadelastgaranties in 2021 niet meer worden toegepast door onder andere partijen als ANWB, Unigarant, InShared, Hema, NH1816, Allianz en Allianz Direct (Topherstel) die zich hier al jaren schuldig aan maken?! Zorgt het Verbond dan ook dat deze voornoemde verzekeraars niet op een andere manier gecompenseerd moeten/gaan worden door schadeketens en/of de schadeherstelbedrijven?!
Leasemaatschappijen waaronder Leaseplan Nederland, Alphabet, Athlon, Arval etc. die zich hier ook al jaren schuldig aan maken, dienen ook in 2021 te stoppen met deze schadelastgaranties. VNA heeft hier ook een taak om dit te stoppen. Tevens dienen de afgesproken schadelastgaranties van dit jaar niet toegepast te worden en moeten komen te vervallen.

3. Korting op schadeherstel
De bedongen kortingen door verzekeraars op arbeid, inkoop onderdelen, paint en non-paint, is van verzekerden. Zij betalen een volle premie en geven opdracht voor schadeherstel en weten niks van deze financiële afspraken die verzekeraars al jaren maken, waarbij steeds meer korting wordt geëist.
Deze afspraken leiden zelfs tot niet goed herstel van de auto van verzekerde, wat zelfs tot mogelijke waardevermindering leidt op moment dat auto ingeruild of verkocht wordt.

Niet vrijgeven van (reparatie) data
Het automerk dat geen data vrijgeeft waardoor extra kosten gemaakt moeten worden valt een schadehersteller niet aan te rekenen. Mijns inziens zal de fabrikant dan gestraft moeten worden.
Dit kan door de premies voor deze voertuigen fors te verhogen, waardoor consumenten deze merken links laten liggen. Consument is er tenslotte ook bij gebaat dat zijn investering goed en veilig hersteld wordt, waarbij hij zelf bepaalt wie zijn auto repareert.

De ondernemer moet weer geld verdienen
Je hebt de klant met schade en het schadeherstelbedrijf nodig om een auto goed te repareren.
Alle partijen die in de “vijver van schadeherstel vissen” en welke niks toevoegen aan het daadwerkelijke schadeherstel, dus misbaar zijn en alleen maar geld kosten voor de schadeherstellers, zijn onnodig en dienen “geëlimineerd” te worden. Door afscheid te nemen van deze partijen verdwijnen er veel overheadskosten.

Als het schadeherstelbedrijf betaalt krijgt voor goed vakmanschap en een “belegde boterham” mag verdienen, de toegang krijgt/behoudt tot de data dan ben ik ervan overtuigd dat er geen reden meer is om niet goed te repareren. Schadeherstellers zelf moeten hun angst opzij zetten en weer voor het vakmanschap gaan staan, lef tonen en niet meer af laten snoepen op het verdienmodel van de schadehersteller.
De mindset moet weer terug naar de werkvloer.

Meten is weten
Wil je als ondernemer het basis invulmodel exploitatiebegroting incl. kostprijsberekening ontvangen, stuur dan een mailtje aan  irene@schadeherstelbranche.nl. Meten is weten, dus zorg dat je goed voorbereid bent! 

Weer aan zet of schaakmat?!
Ondernemers wilt u ook sterker uit deze crisis komen? Wil je weer betaald krijgen voor goed schadeherstel met een gezond uurtarief, zodat je ook kunt blijven investeren in kennis, vakmensen en apparatuur?
Zorg dat je ook de klant aan je eigen bedrijf bindt met onze unieke kennis.
Kennis is kracht, kennis delen is macht en samen staan we sterker; Wij zijn de schadeherstelbranche!
Wil je op de hoogte gehouden worden, schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Lees ook nog eens onderstaande artikelen:

Schadegarant offerterondes 2019

Bereken je uurtarief 2020

Ondernemers wordt weer baas in eigen bedrijf

Schadeherstel probleem – oplossing


weer aan zet of schaakmat

WAKE UP CALL SCHADEHERSTELBRANCHE: Waar blijft uw rendement op de werkvloer?

Met verbazing heb ik kennisgenomen van het artikel van 8 juni jl. op Autoschadeportaal over uitstel loonsverhoging tot 1 december dit jaar waar de brancheorganisatie FOCWA zich hard voor heeft gemaakt.

De schadeherstel ondernemers, werkgevers, kunnen nu toch nog kiezen voor de
3.5 % loonsverhoging, en deze per 1 juli a.s. door voeren.
Of ze kiezen er nu voor om de opgeschoven loonsverhoging in tijd te compenseren, en wel tegen 29 extra vakantie-uren, oftewel een kleine 4 dagen extra verlof voor je medewerkers tot 1 december dit jaar.

Verlaging productiviteit werkplaats
Dit laatste betekent dus een verlaging van je productiviteit in je werkplaats.
Wat dus ook impact heeft op je rendement daar je vaste kosten gewoon doorlopen.
Ook ontstaat er in de komende vakantieperiode(s) mogelijk problemen met je bezetting.
Als je nu al je rendement niet kunt halen moet je mijns inziens zeker niet je mensen extra vrij gaan geven.

Ons advies:
Pak uw problematiek in de markt niet alleen op korte termijn, maar ook voor lange termijn structureel aan. De grootste problemen ontstaan niet nu, maar vanaf 2021.
Dan verwachten we immers een economische recessie van plusminus 6 %.  Het totale branchevolume zal dalen. Dit betekent voor velen een flinke aantasting op de cash-flow vanaf 2021; En dan moeten alle uitgestelde ondernemersbelastingen nog in 2021 terugbetaald worden, en mogelijk zelfs nog de dure NOW-financieringen.
Hoe gaat u de toenemende (uitgestelde) kosten betalen?

Rendement op de werkvloer
Er dient een gedegen koers uitgezet te worden om sterker uit de strijd te komen met een beter rendement op de werkvloer.
Onderaan de streep dient dit uit de brutowinst betaald te kunnen worden, met een gezonde berekening zodat er nog wat nettowinst over blijft om je bedrijf te laten voortbestaan.
Heeft u deze berekening al gemaakt?

De schadeherstelbranche is nog aardig door gehobbeld op hun orderportefeuille.
Menig heeft het verlies weten te beperken maar niet kunnen voorkomen. De reserves zijn op.

De vaste kosten stijgen, personeel is immers ook vaste kosten. Wees verstandig belast de stijgingen door in je uurtarieven, het kan zo niet langer. Los het probleem structureel op.
Alle reserves zijn opgeraakt tijdens COVID19, betalingen zijn uitgesteld, vaste kosten stijgen, rendement daalt.

Eénrichtingsverkeer
Een verzekeraar of leasemaatschappij compenseert het verminderde aanbod tenslotte ook niet.
De hele branche is nu rot door de uitgestelde betalingen. Over een jaar tot anderhalf jaar zullen alle uitgestelde betalingen vanuit de nieuwe omzet en winst betaald moeten kunnen worden.

Ons advies aan schadeherstelbranche:
Het is nu de tijd om marge te vergroten om deze buffer over een tot anderhalf jaar weer op orde te hebben. Dit gaat niet met 5 maanden arbeidsverkorting.
Zet alle zeilen bij pak alle omzet en zorg dat je de 6 á 7 procent terugverdient.

Ons advies verzekeraars en leasemaatschappijen
Ons advies aan verzekeraars en leasemaatschappijen is om hierin mee te gaan denken. Immers de winsten van verzekeraar zijn ook gestegen door de ketensturing en dan hebben keten gelieerde schadeherstelbedrijven ook nog eens te maken met de gemiddelde schadelast.
De schadesturing zal niet gehaald worden, maar de schadeherstelbedrijven worden wel gehouden aan de hierop gebaseerde prijsafspraken.
Waar einde van het jaar nog veelal een dikke afrekening plaatsvindt op niet gehaalde schadelast garanties.  Dus voor wie ben je dan nog aan het werk?
Geef een deel van die winsten weer terug aan de schadehersteller, zodat we elkaar nu en in de toekomst nog van dienst kunnen zijn.

Afscheid nemen van geldverslindende stakeholders die niks toevoegen
Daarbij adviseren we tevens om goed op de vaste kosten te letten om diverse externe stakeholders kosten goed onder de loep te nemen.
Diegene die niks toevoegen aan het rendement (lees: winst), en de kwaliteit of kennis op de werkvloer neem daar afscheid van.
Een aantal kunnen ons inziens gemist worden als kiespijn.

Weer aan zet of schaakmat?!
Ondernemers wilt u ook sterker uit deze crisis komen? Bent u klaar met het zijn van een “liefdadigheidsinstelling” in plaats van een gerespecteerd schadeherstelbedrijf waar vakmanschap wordt gewaardeerd?
Neem contact met ons op voor een gedegen plan van aanpak via info@schadeherstelbranche.nl.

Forse toename verwacht in aantallen ruitschades?

Door het toevoegen van keten gelieerde schadeherstelbedrijven en banden- en onderhoudsformules als “preferred suppliers” bij verzekeraars verwacht ik een fikse toename in het aantal ruitschades.

Consumenten die voor andere zaken als ruitschade bij een schadeherstelbedrijf of onderhoudswerkplaats komen, worden nu attent gemaakt op het mogelijk aanwezig zijn van het sterretje in de voorruit.

Gemiddelde schadelast naar beneden maar volume stijgt
Daardoor gaat de gemiddelde schadelast van ruitherstel naar beneden maar de aantallen ruitschades gaan (zeer) fors stijgen. Dit omdat er immers actief gezocht gaat worden naar ruitschades door medewerkers op de werkvloer. Ik sluit een stijging van zo’n 100.000 tot 150.000 ruitschades per jaar niet uit. Een aantal jaren geleden hebben we dit ook al meegemaakt op parkeerplaatsen.

Als de gemiddelde schadelast ook voor sterreparaties een uitgangspunt gaat worden, dan zal de gemiddelde schadelast fors gaan dalen (marktwerking) maar de totale schadelast op ruiten zal gaan stijgen.

Ik ben benieuwd wat verzekeraars hiervan vinden
De hoeveelheid medewerkers die fysiek voorruiten gaan repareren zijn zodanig fors dat ik het mij afvraag of deze mensen nog wel conform de OOC/BKS branchenorm opgeleid en module 1 gecertificeerd zijn.

Bij mij rijst de vraag of deze vorm van schade colportage valt binnen de doelstelling van het fenomeen verzekeren?

Borging kwaliteit en veiligheid pijnpunt schadeherstel

Sinds 1 oktober 2018 hanteren de brancheorganisaties Focwa en Bovag in autoschadeherstel één kwaliteitsnorm voor de schadeherstelbranche. De gezamenlijke norm moet leiden tot een gelijk speelveld maar ook borging van de kwaliteit en veiligheid voor consumenten en opdrachtgevers. En in de borging kwaliteit en veiligheid ligt nu juist het pijnpunt.

De nieuwe branchenormering is ontwikkeld in nauwe samenwerking met een Centraal College van Deskundigen. Dit college bestaat uit marktpartijen uit de sector, waaronder een vertegenwoordiging van opdrachtgevers, zodat de norm in de sector breed wordt gedragen.

De brancheorganisaties wilden bewerkstelligen dat de branchenormering door de opdrachtgevers, lees de verzekeraars en leasemaatschappijen, breed gedragen zou worden.
Volgens Focwa en Bovag borgt deze branchenorm de kwaliteit en het vakmanschap.  Een norm die volgens eigen woorden Focwa “kwalitatief hoogwaardig schadeherstel garandeert”.

Bullshit!
Ik stel voor het artikel “financieel gewin boven veiligheid automobilist” eens te lezen. Identieke schadelastgaranties hebben schadeketens ook met diverse leasemaatschappijen afgesproken. Maar hierover meer  in een volgend artikel.

Bij mijn goede wil en weten is een correcte branchenorm louter een technische aangelegenheid conform OE(M) herstellen. Een merkerkenning is trouwens ook geen zekerheid voor kwalitatief hoogwaardig schadeherstel conform OEM voorschriften. Maar ook daar volgt binnenkort nog een uitgebreid artikel over.

Maar laten we eens kijken wie er invulling hebben gegeven aan de 1e opzet branchenormering Focwa/Bovag vanuit het Centraal College van Deskundigen:

Mathijs van Leeuwen – Focwa bestuur/Schadenet gelieerd SHB *
Peter Brussel – Focwa bestuur/Voorzitter  *                              
Femke Teeling – Focwa directie/directeur  *                               
Armando Boom – Focwa secretariaat/project leider T&I *       
Isabel Polderdijk – VVVF *
Ton Mesker – VNA (lease) *                                                        
Anton van der Heijden – RDW *                                                                   
Ferry Smith – ANWB *
Bob Smit – Silhouette-consultancy  * (nu namens RAI)
Rita Schepers – Achmea * (nu ook namens het Verbond van Verzekeraars)
Toine Beljaars – Bovag *
Frans Kragten – Bovag
Alex de Hoop – Verbond van Verzekeraars
Rolph van Markus – SHB-ABS 
Nico Spiering – Dekra 
Paul van Meggelen – SGS  
Gert-Jan Struijer – KIWA        

De namen hierboven met * hebben nu ook zitting in de Klankbordgroep Branchenormering, inclusief de onderstaande personen:
Frank Ruygrok – BOVAG
Richard Overeem – Nivré
Peter de Boer – NVCi

Waarom zit er iemand met een inkoop achtergrond, nota bene van de allergrootste verzekeraar van Nederland in het Centraal College van Deskundigen Focwa en in de klankbordgroep Branchenormering?
Heb je iemand die verstand van correct en veilig schadeherstel en dossiervorming heeft, wat in een klankbordgroep goed beschreven moet worden met betrekking tot onder andere de juridische aspecten en aansprakelijkheden, dan zou ik het nog enigszins kunnen begrijpen.

Maar het bevreemd mij dat verzekeraars advies kunnen verlenen betreffende correct schadeherstel gebaseerd op het kennisniveau van een bedreven inkoper. Immers een verzekeraar heeft voornamelijk belang bij een zo laag mogelijke schadelast oftewel schadelastbeheersing.

Uiteraard is het wenselijk dat er technische- en procesmatige input komt vanuit de betalende partijen, maar deze mag nooit verwevenheid hebben met inkoop, prijsvorming en schadelastbeheersing, want dit staat los van de branchenormering.
Anders heb je mogelijk een verkeerde pet op en hebben we te maken met tegenstrijdige belangen.

Je kunt namelijk nooit een lagere prijs tot doelstelling verheffen wanneer de kwaliteit en veiligheid daardoor mogelijk in het gedrang kan komen!

“Prijs van schadeherstel? Daar gaan wij niet over!”

Na FOCWA neemt nu ook de BOVAG in persoon van Toine Beljaars, voorzitter afdeling schadeherstel, deze stelling in: “Prijs van schadeherstel? Daar gaan wij niet over!”
Maar welk belang bedienen deze brancheorganisaties uiteindelijk dan nog voor de ondernemers van schadeherstelbedrijven? Als deze ondernemers en uiteindelijk de consumenten niet geholpen worden met de ‘’oneerlijke handelspraktijken’’, dan hebben we toch als Schadeherstelbranche te maken met een immens probleem?!

Het wordt tijd dat er nu daadwerkelijk eens met de vuist op tafel wordt geslagen en alle misstanden, oneerlijke handelspraktijken en niet transparante “malafide” verdienmodellen van leasemaatschappijen en verzekeraars, keihard worden aangepakt.

Wat is de betekenis van een brancheorganisatie?
“Een brancheorganisatie is een bundeling van meerdere bedrijven uit één branche. Een brancheorganisatie, vaak een stichting of een vereniging, kan verschillende doelen nastreven: de behartiging van de collectieve belangen van de aangesloten leden, de behartiging van deelbelangen van groepen leden en de behartiging van individuele belangen van leden. Daartoe verrichten zij activiteiten als lobby, CAO-onderhandeling, het opzetten van innovatieprojecten, het geven van juridisch advies, het organiseren van bijeenkomsten, collectieve inkoop, etc. Een brancheorganisatie kan aangesloten zijn bij een werkgeverskoepel, zoals MKB-Nederland of VNO-NCW.” (Bronvermelding Wikipedia!)

Dus het komt er op neer dat het belang van de leden, de ondernemers van de schadeherstelbedrijven dus behartigd dient te worden.

Waar ontstaat het conflict over het behartigen van belangen?
FOCWA welke niet met de vuist op tafel durft te slaan en heeft te maken met een conflictsituatie. Welk belang gaan ze nu behartigen? Het belang van de schadeketens en haar gelieerde schadeherstelbedrijven en haar stakeholders, onder andere de verzekeraars, of het belang van de onafhankelijke schadeherstelbedrijven die niet meegaan in de prijzenoorlog. Samen gaat dit niet; de belangen liggen te ver uit elkaar.

Of BOVAG, wiens naambekendheid sterk is bij consumenten, maar wel 100 % BOVEMIJ. Dus wat krijg je dan?
Een verzekeraar die de belangen van de Schadeherstelbranche gaat behartigen!
Waarbij opgemerkt moet worden dat zo’n 10.000 autobedrijven/dealers lid zijn van de BOVAG  tegenover een kleine 200 schadeherstelbedrijven. De schadeherstel-afdeling zal dan meer geënt zijn op schade-/merksturing specifiek naar de BOVAG leden.

Is een brancheorganisatie dan nog noodzakelijk voor de Schadeherstelbranche?
Je zou haast denken van niet, als niet de belangen van de ondernemers van schadeherstelbedrijven, maar die van de opdrachtgevers (lees: leasemaatschappijen en verzekeraars) worden behartigd en er niet keihard opgetreden wordt tegen de misstanden en malafide handelspraktijken waar ondernemers al wat jaren mee te maken hebben.

Schadeherstellers,  is uw brancheorganisatie nog wel uw brancheorganisatie ondanks dat uw belangen niet of niet voldoende behartigd worden?

Ombudsvrouw Schadeherstel

Ombudsvrouw Schadeherstel roept (schadeherstel)ondernemers en verzekerden op zich te melden wanneer zij bij schadeherstel te maken krijgen met mogelijke oneerlijke of misleidende handelspraktijken.

Momenteel hanteren drie grote verzekeraars een ontmoedigingsbeleid ten opzichte van haar verzekerden en schadeherstelbedrijven. Deze verzekeraars wanen zich haast onaantastbaar. Immers, de macht der grootste doet zich laten gelden. Er wordt bijvoorbeeld domweg na schadeherstel niet of gedeeltelijk uitgekeerd als je niet doet wat de verzekeraar zegt. Dit is onterecht en vaak een dwangmiddel waarmee ook nog eens verwarring wordt gezaaid tussen de vaak onwetende verzekerde en het schadeherstelbedrijf. Dit kan zelfs tot imagoschade lijden.
Er wordt voorbij gegaan aan de getekende acte van sessie van verzekerde, dit terwijl verzekerde expliciet opdracht geeft om de schadepenningen rechtstreeks over te dragen aan het schadeherstelbedrijf.

Denk aan het verstrekken van misleidende incorrecte informatie aan verzekerden, het onder financiële druk zetten van ondernemers en verzekerden of acties van verzekeraars waarbij de schijn wordt gewekt dat er mogelijk sprake is van onderlinge afspraken (kartelvorming of koppelverkoop).

“Je bijt niet in de hand die je voedt”
Deze verzekeraars zijn opdrachtgever van grote expertisebureau’s, maar ook eigen interne experts krijgen een duidelijke boodschap mee. Er ontstaat een conflictsituatie aangezien experts zich te houden hebben aan de Gedragscodes en regels van het Verbond van Verzekeraars inzake onder andere Integriteit en Objectiviteit.
Veel experts worden op deze manier gedwongen, en staan niet achter de nieuwe werkwijze welke wordt opgedrongen van hogere hand. Er ontstaan conflictsituaties en ze staan in een spagaat, je bijt tenslotte niet in de hand die je voedt.

Ongeacht de uitkomst, er moet duidelijkheid gecreëerd worden voor alle partijen
Dit zijn handelspraktijken waar je als schadehersteller niet in mee zou moeten gaan. Jij bent namelijk degene die de auto repareert en de garantie geeft. En als verzekeraar heb je het belang van je verzekerde toch voorop te stellen en niet het eigen belang en dat van de aandeelhouders.

Heb je als verzekerde, (schadeherstel)ondernemer of expert misstanden te melden, praktijkvoorbeelden of voel je jezelf of als klant, ondernemer of expert onder druk gezet, meld je verhaal.
Melden kan via Whatsapp 06-52762087 , via Meldpunt Misstanden of via jijbepaalt.nl.

merkherkend vs merkerkend

2e Brainstormsessie Schadeherstel

Op 25 augustus heeft voor de tweede keer een brainstormsessie voor schadeherstel plaatsgevonden in Noordwijk. Tijdens deze sessie discussieert een kerngroep van partijen werkzaam of gelieerd aan de schadeherstelbranche over actuele zaken en pijnpunten.

HOE DRINGEN WE GEBRUIK GESTOLEN ONDERDELEN TERUG IN DE SCHADEHERSTELBRANCHE?
Deze vraag is niet simpel te beantwoorden en valt grofweg uiteen in twee verschillende onderwerpen:

1 – Ontbreken WOK-meldingen:
Van de jaarlijks 50.000 tot 60.000 WOK-waardige voertuigen krijgt slecht de 30% een WOK. Politie laat dit achterwege door andere prioriteitstellingen en/of onvoldoende kennis. Verzekeraars “vergeten” dit vanwege de daling van de verhandelwaarde en zijn gekleurd door het directe financiële belang. Door het ontbreken van een WOK-melding is er geen controle door de RDW na schadeherstel op de maten van de carrosserie (oorspronkelijke fabrieksgegevens), wieluitlijning en het mogelijk gebruik van gestolen onderdelen.

Oplossing:
Bergers zijn als 1e ter plaatse na een ongeval. Als bergers foto’s aan hun dossiers toevoegen die inzichtelijk zijn voor schadehersteller, expert en RDW, dan kan in gezamenlijkheid een evenwichtige afweging worden gemaakt of er wel een WOK op moet of niet. Leidraad moet altijd technisch zijn en niet financieel of schade versus dagwaarde.

2- Effecten schadesturing:
De onderlinge concurrentie tussen verzekeraars zet de relatie (lees tarieven) tussen verzekeraars en de schadeherstellers al jaren onder druk. Gevolg is dat verzekeraars en leasemaatschappijen afspraken maken met schadeketens over uurtarieven, kortingen, bonussen, schadelastgaranties en gratis services. Doe je niet mee? Dan krijg je geen werk meer. Gevolg de kwaliteitsnorm is veranderd van goed naar voldoende, magere voldoende tot zelfs slecht. Schadeherstellers die kwaliteit willen leveren en toch deelnemen aan schadesturing teren in op eigen vermogen of gaan zelfs failliet. Door margedruk en het gebruik van de “optimalisatieknop” in Audatex, wordt meer gerepareerd in plaats van vervangen. Om maar “uit het rood te blijven” worden gebruikte- of niet originele onderdelen gemonteerd of onderdelen met een duistere herkomst en als nieuwe geclaimd. Of er worden meer uren geclaimd ter compensatie van het veel te lage uurtarief.

Oplossing:
Rol verzekeraars moet zijn risicoafdekking en “de klant moet hersteld worden door de verzekeraar in zijn vermogenssituatie”. De eigenaar van het voertuig is je opdrachtgever. Schadeherstellers zijn de vakmensen voor het herstel en in het kader van de circulaire economie zou hergebruik van originele onderdelen (herleidbare herkomst) moeten worden gestimuleerd. Schadeherstellers dienen reparatiebeslissing te nemen op kennis gecombineerd met reparatieadviezen autofabrikant en niet op wat wel en niet betaald wordt. De Auto Schade Keuring (jijbepaalt.nl) gaat de klant de zekerheid geven dat zijn/haar voertuig goed en veilig hersteld is.

3 – BPM-korting import schadevoertuigen:
Elke schade op een geïmporteerd voertuig verlaagd de te betalen BPM (dagwaarde). Deze handel snijdt aan meerdere kanten: schadeauto’s kosten minder, BPM-korting drukt de prijs en het herstel met gestolen onderdelen geeft echt een “dikke kers op de taart” (Swalmen).

Oplossing:
BPM blijft een prikkel om te rommelen met de dagwaarde van een voertuig. Reden te meer voor de RDW om meer te weten te komen over de herkomst en het (schade)verleden van een voertuig in het buitenland. Nationaal moet de WOK-schadekeuring van RDW naar een hoger niveau. Afstemming noodzakelijk tussen RDW, Schadeherstelbranche, verzekeraars, autofabrikanten, etc.

Resumé: aanpak WOK-problematiek is geen wens, maar noodzaak!
Het achterwege blijven van WOK en de door de verzekeraars en leasemaatschappijen geïntroduceerde ‘gestuurde schadestroom’ leiden tot onveilige en slecht herstelde voertuigen, waarvan Swalmen (2016) een voorbeeld is.  Aanpak van deze problematiek is dus geen wens, maar een noodzaak. Brancheverenigingen moeten hierbij het voortouw nemen en zich niet alleen laten sturen door de financiële- maar ook door kwaliteits-, veiligheids- en morele aspecten.

Aanrijtijden bergers, een kwestie van leven/dood bij bepaalde ongevallen
Recentelijk heeft de plaatselijke politie Friesland nog haar bezorgdheid geuit over de gang van zaken in de bergingswereld, en dit kenbaar gemaakt bij de gemeente. Dit naar aanleiding van een recent ongeluk waarbij een auto te water is geraakt met 6 inzittenden. Langere aanrijtijden hebben ertoe geleid dat de berging later op gang is gekomen met alle gevolgen van dien.
Verzekeraars hebben de afgelopen jaren de bergingsgebieden centraal aanbesteed en verwachten van de bergingsbedrijven een collectie aanmelding. Hierdoor wordt gewerkt met te weinig bergers en is de aanrijtijd te lang. Identiek als in de schadesturing gaan volgens de aanwezigen de verzekeraars bepalen wie een auto mag bergen en tegen welke prijs.

AANSPRAKELIJKHEID EN KWALITEIT VAN SCHADEHERSTEL
Als laatste is gesproken over de kwaliteit, veiligheid en aansprakelijkheid van schadeherstel.  Na een schade moet een auto worden teruggebracht in de oorspronkelijke staat, maar door prijsdruk gebeurt dit vaak niet. Bij de volgende Brainstormsessie op vrijdag 24 november 2017, wordt onder andere gediscussieerd over de aansprakelijkstelling bij niet adequate reparatie. Hier zal ook de Auto Schade Keuring aan bod komen.